Bij elkaar opgeteld besteden de Nederlandse banken miljarden euro’s aan de inhuur van specialisten in de strijd tegen witwassen. Bij ABN AMRO is inmiddels meer dan een tiende van het volledige werknemersbestand bezig met het doorlichten van klanten en het speuren naar financiële criminaliteit. Die kosten drukken op de winstgevendheid van banken. Temeer omdat een significant deel van de klanten die onderzocht worden eerder geld kosten dan opleveren. Het lijkt daarom een kwestie van tijd dat banken de kosten van CDD gaan doorberekenen.
De strijd tegen witwassen, terrorismefinanciering en andere vormen van financiële criminaliteit staat sinds een aantal jaar breed in de belangstelling. Dat was niet altijd zo, getuige de periodes waarop grootschalige onderzoeken door de autoriteiten betrekking hadden. Enerzijds gedwongen door maatschappij en toezichthouders en anderzijds aangespoord door een nieuw ontwikkeld besef van verantwoordelijkheid spenderen banken inmiddels veel geld en aandacht aan deze post.
Keuzes maken
De afgelopen jaren van economische voorspoed waren de Nederlandse banken goed gezind. Achter elkaar maakten zowel kleine als grote banken gezonde winsten en drukten de antiwitwaskosten gevoelsmatig niet zo heel erg op de begroting. Maar de corona-pandemie dwingt elk bedrijf tot het maken van keuzes, ook banken. ING presenteerde reeds een stevige winstdaling, ABN AMRO dook de rode cijfers in. Beide banken moesten extra voorzieningen treffen omdat uitstaande leningen mogelijk niet worden terugbetaald. Dat zal ertoe leiden dat men met extra aandacht gaat kijken naar de uitgaven, of juist naar de inkomsten.
Het doorlichten van klanten kost banken zoals gezegd veel geld. In de eerste plaats omdat het tamelijk arbeidsintensief werk is. Als het even tegenzit kan één medewerker zomaar enkele dagen bezig zijn met het uitpluizen van één dossier. Bovendien zorgt het schrijnende tekort aan antiwitwas-specialisten ervoor dat hun prijs flink opgedreven is. Een significant deel van de onderzochte klanten levert de bank in de hele periode dat ze klant zijn nauwelijks geld op en al helemaal niet als iemand enkele dagen bezig is geweest met onderzoeken. In de wandelgangen gaan daarom reeds stemmen op om onderzoekskosten te gaan rekenen voor klanten, een soort CDD-toeslag.
De goeden en de kwaden
Ondernemers zullen ongetwijfeld stellen dat een dergelijke toeslag onrechtvaardig is. Het merendeel houdt zich normaliter netjes aan alle regels, maar moet opeens extra kosten maken voor iets waar ze zelf niets aan hebben noch om hebben gevraagd. Daar valt wat voor te zeggen. Een dergelijke maatregel is een typisch geval van de goeden die lijden onder de kwaden. Maar de bankensector zou geen uitzondering zijn. Neem het voorbeeld van thuiskopieheffing op geluidsdragers of MP3-spelers. Consumenten zijn verplicht deze te betalen, of ze nu wel of niet illegale bestanden ermee gaan afspelen. Andere voorbeelden van gedwongen kosten zijn de verwijderingsbijdrage voor apparaten of het rijklaar maken van een nieuwe auto.
Een zekere vorm van automatisering kan al veel helpen om de kosten te drukken, maar dat zal voorlopig onvoldoende opleveren. Het lijkt een kwestie van tijd dat banken onderzoekskosten zullen gaan rekenen. Daarbij doemen wel enkele vragen op. Want in welke vorm, simpelweg via een toeslag of door op te nemen in de prijzen? En wie zal de eerste zijn? Het idee zal bij meerdere banken wellicht al intern op tafel liggen, maar niemand wil de eerste zijn. Echter, zodra één schaap over de dam is…