Zakenbank NIBC komt terug op het besluit om uitkering van dividend uit te stellen. Dat doet het volgens bronnen om de overname door investeerder Blackstone doorgang te kunnen laten vinden. Zonder uitkering van het slotdividend zou Blackstone het financiële plaatje niet rond kunnen krijgen, zo luidde onlangs de uitleg.
In navolging van de Nederlandse grootbanken kondigde NIBC al in een redelijk vroeg stadium aan voorlopig geen dividend uit te keren. Dat besluit was het gevolg van een oproep van de ECB, die graag ziet dat banken alle middelen ten dienste stellen van de economie, die het zwaar te verduren heeft. Maar onder druk wordt alles vloeibaar, zo luidt het gezegde. En dat is exact wat hier nu ook lijkt te gebeuren.
Het nieuws vormt wederom een nieuw hoofdstuk in de overname-saga rond NIBC en Blackstone. De oorzaak van alle aarzeling en terughoudendheid kan gevonden worden in de coronacrisis. Blackstone en NIBC kwamen kort voor de crisis uitbrak tot een overeenkomst, in wat nog een compleet andere wereld was. Kort nadien tuimelden de beurskoersen en na enige aarzeling ook die van NIBC.
Al snel deed het gerucht de ronde dat Blackstone onder de deal uit wilde, hoewel dat formeel werd ontkend. Wel liet Blackstone doorschemeren dat het graag opnieuw over de prijs zou willen onderhandelen, vanwege de fundamenteel gewijzigde situatie. Blackstone greep de opschorting van dividenduitkering aan om ook in juridische zin te kunnen spreken van een ‘fundamenteel gewijzigde situatie’, wat volgens de overeenkomst aanleiding zou kunnen zijn voor nieuwe onderhandelingen.
Gat gedicht
Als gevolg van alle ontwikkelingen heeft NIBC besloten overstag te gaan en toch dividend uit te gaan keren, tegen de nadrukkelijke wens van de ECB in. Zodoende wordt voor Blackstone een financieringsgat van €60 miljoen gedicht, op het oog een fooi voor een bedrijf met zo’n $545 miljard aan beheerd vermogen. Met het besluit is ondertussen nog steeds geen zekerheid over de uitkomst. Temeer omdat ook toezichthouder DNB zich nog moet uitspreken over het bedrijfsplan, dat opgesteld is in het pre-coronatijdperk.