Ruim twee derde van de starters komt niet in aanmerking voor koophuis

20 augustus 2020 Banken.nl 3 min. leestijd

Voor meer dan twee derde (68%) van de Nederlandse starters is een koophuis momenteel onbereikbaar. De vooruitzichten zijn bovendien niet rooskleurig. Meer dan driekwart denkt namelijk dat het in het komende jaar alleen nog maar lastiger gaat worden. De conclusies komen naar voren in onderzoek in opdracht van hypotheekadviseur Viisi. 

Onvoldoende inkomen voor een koopwoning is allang geen probleem meer voor alleen lager- of middelbaar opgeleide starters (75%). Ook hoogopgeleide starters ondervinden steeds meer moeite om zich te kwalificeren voor een hypotheek (58%). De tijd dat een universiteitspapiertje een garantie was voor een leven lang een goed en bestendig inkomen ligt sowieso al achter ons, het hoge prijsniveau van Nederlandse woningen doet de rest.

Woningmarkt op slot

“Dat starters met over het algemeen hogere salarissen zelfs geen mogelijkheid zien om een eigen woning te kopen, laat zien hoe erg de huidige woningmarkt op slot zit”, zegt Michiel Goris, econoom bij Viisi Hypotheken. Veel starters zijn daarom gedwongen te huren, wat als nadeel heeft dat zij geen vermogen opbouwen en minder kans hebben om spaargeld op te bouwen. Wat weer tot gevolg heeft dat ze minder gelegenheid om eigen geld in te leggen en dus afhankelijk zijn van schenkingen om een woning te kunnen kopen. 

Goris: “Huizenprijzen zijn gestegen tot recordhoogtes en naar verwachting loopt het woningtekort de komende jaren alleen maar verder op. Dit in combinatie met een spaarrente van bijna nul procent, die spaarders naar onroerend goed als belegging drijft, is een giftige en prijsopdrijvende cocktail die woningen voor starters onbereikbaar maakt.”

Veel starters hebben weinig gelegenheid gehad om te sparen, spaargeld dat hard nodig is om het verschil tussen maximale hypotheeksom en koopsom te overbruggen. Naast lager geschoolden (56 procent) en middelbaaropgeleiden (68 procent) ligt dit percentage ook onder hoogopgeleiden nog steeds hoog (50 procent). Opvallend hoog zelfs, aldus Viisi. Zo opvallend is dat echter ook weer niet. Lager opgeleiden beginnen doorgaans veel jonger al fulltime met werken en wonen meestal nog enige tijd thuis, zodoende kunnen ze aardig sparen. Zet dat eens tegenover vijf jaar op kamers wonen, nauwelijks een inkomen én een studieschuld opbouwen.  

Negatieve effecten

Zonder hulp van de ouders is een koopwoning dus vaak buiten bereik, al zwelt de kritiek op belastingvrij schenken aan. Viisi ontwaart nog twee negatieve gevolgen van de huidige situatie. Ten eerste het ontstaan van jaloezie ten opzichte van vrienden en kennissen die wél een koopwoning hebben weten te bemachtigen. Uit het onderzoek van Viisi blijkt dat bij 59% het geval te zijn, wat de sociale cohesie in Nederland bepaald niet ten goede komt. 

Daarbij komt dat zij veel minder kapitaal opbouwen dan vorige generaties, iets wat zij de oudere generaties overigens graag voor de voeten werpen. “Om ervoor te zorgen dat we over een aantal decennia niet spreken van een verloren generatie, is het belangrijk dat we deze ongewenste effecten op korte termijn uit ons systeem bannen. Bijvoorbeeld door de bouwproductie nu écht te vergroten en de leennormen meer te laten aansluiten bij de daadwerkelijke huurkosten. Ik vind het niet juist dat de overheid bepaalde starters verbiedt om 1.000 euro maandelijkse hypotheeklast (inclusief aflossing) te dragen. Hierdoor heeft deze groep vaak geen andere keus dan voor 1.000 of zelfs 1.200 euro per maand te huren”, aldus Goris.