Het ondernemerschap zit David-Jan Janse in de genen. De CEO en medeoprichter van Surepay had met gastheer Jeroen Broekema van de Leaders in Finance-podcast een openhartig gesprek, onder meer over zijn achtergrond, vrijheid en het hebben van impact.
Opgegroeid op een boerderij in de Noordoostpolder studeerde Janse (53) voorafgaand aan zijn professionele carrière plantkunde aan de hogeschool, waarna hij een master bedrijfskunde aan de Wageningse Universiteit behaalde. Zijn werkzame leven begon hij bij Rabobank, waar hij meer dan twintig jaar lang diverse leidinggevende rollen vervulde.
Om een startup te beginnen heb je volgens Janse een bepaalde mentaliteit nodig, die zijn moeder verwoordde met haar motto “Ik wil, ik kan en ik zal”, zo vertelt Janse. De ondernemersgeest werd hem dan ook met de paplepel ingegoten. “Het is niet dat ik zo gedrild werd, maar het zat gewoon in het gezin”, legt hij uit. “Dus dat heeft me echt gevormd.”
Die startup werd Surepay, dat hij samen met Marcel Rienties lanceerde in 2016, onder de vleugels van de Rabobank. Inmiddels staat het bedrijf op eigen benen.
Oplossing voor het verkeerde probleem
Janse en Rienties bedachten samen het idee voor Surepay. De tool controleert bij betalingen of de ingevoerde IBAN en naam van de rekeninghouder daadwerkelijk bij elkaar horen. Vandaag de dag gebruiken vrijwel alle Nederlandse banken en talloze andere bedrijven Surepay. Maar voordat het echt van start kon gaan wilden Janse en Rienties eerst weten of “hun idee wel het goede idee was”.
“Ik zal je verklappen, we zijn helemaal niet gestart met IBAN-naamcheck als idee”, bekent Janse. Het oorspronkelijke idee was om contactgegevens en bankgegevens bij elkaar te voegen “zodat je kon betalen aan een persoon of bedrijf”, legt hij uit. “Daar hadden we een ander idee bij en dat hebben we toen gevalideerd.”
Ze zijn mensen gaan interviewen op het station, en door de juiste vragen te stellen kwamen ze erachter dat ze een oplossing hadden bedacht voor een probleem waar niemand echt last van had. Gelukkig vroegen ze door, en stuitten daarbij op iets wat wél een echt probleem bleek te zijn: factuurfraude. En om het nog mooier te maken: hun idee bleek ook een oplossing te bieden voor dit andere probleem.
“Het probleem was dat je niet wist aan wie je overmaakt”, legt Janse uit. “Ons basisidee loste dat eigenlijk op. Toen zijn we van het ene probleem overgestapt naar het andere probleem met ook een andere service. En hier zijn we”, concludeert Janse nuchter.
Hij is vandaag de dag dan ook heilig overtuigd van het belang van blijven doorvragen. “Eigenlijk moet je heel goed zijn in ‘I don’t know’. Dus alles waarvan je denkt ‘dit is zo’ moet je daarna denken ‘ik ga dat valideren’. Die switch in mijn hoofd was heel belangrijk en o zo moeilijk.”
Boerderij of fintech?
Het was zeker niet de eerste grote ‘switch’ die hij maakte. Oorspronkelijk stond vast dat hij de boerderij van zijn ouders zou overnemen – vandaar zijn studie plantkunde. Uiteindelijk besloot hij toch het bedrijfsleven in te gaan. “Ik vind het leuk om op de trekker te rijden, maar wat mij betreft niet het hele jaar. Als ik dan op het land liep om onkruid te wieden liep ik na te denken over de wereld en allerlei andere dingen”, herinnert hij zich.
Het harde werken op de boerderij heeft hem wel gevormd, en deze ervaring kleurt ook zijn blik op zijn huidige werkveld. “Je ziet tegenwoordig dat een boerderij gewoon echt een business is”, stelt Janse vast. “Je kan heel stoer doen over een fintech, maar een boerderij runnen is misschien wel zwaarder tegenwoordig, met alle regelgeving, administratie en dan nu ook nog de klimaatverandering.”
Aparte vogel
Het zal niet geheel toevallig zijn dat de bank waar hij na zijn studie bedrijfskunde terechtkwam de Rabobank was, toch ook nog altijd de boerenbank van Nederland. Desondanks was de overgang van de boerderij natuurlijk groot. Janse erkent dat het met de vrijheid die hij gewend was van het boerenland wel even wennen was binnen zo’n grote organisatie, waarin je altijd te maken hebt met een zekere bureaucratie.
“Die vrijheid zit wel gewoon in mij”, geeft Janse aan. “Dus ik denk dat ik altijd wel een aparte vogel ben geweest als collega.” Dat bleef dan ook niet onopgemerkt. “Eén manager zei zelfs: ‘Je kan wel wat, maar ik weet niet wat.’”
"Ik wil, ik kan en ik zal.”
Al snel bleek hij goed op zijn plek bij een afdeling die zich richtte op een nieuwe ontwikkeling die weleens grote gevolgen kon hebben voor de bankenwereld: het internet. “Ik ben gestart toen internet nog nieuw was, bij het cyber centre.”
Online bankieren werd al gezien als de volgende logische stap voor de Rabobank en Janse zag voldoende mogelijkheden om daaraan bij te dragen. “Dat zijn mooie mogelijkheden waarop je jezelf blijft en de nieuwe technologie toepast. Dat heb ik altijd gedaan.”
Focus op wat je kunt
Met Surepay doet Janse dat dan ook nog steeds, waarbij ook het motto van zijn moeder nog altijd leidend is. Zo blijkt ook wanneer Broekema Janse in het kader van zijn vaste teaser confronteert met de reële mogelijkheid dat Surepay vroeg of laat te maken krijgt met een geval van fraude dat het bedrijf niet weet te voorkomen, waardoor het als mede-boosdoener zal worden aangewezen.
Janse erkent zonder aarzeling dat dit zeker een mogelijkheid is. “Ik denk dat dat risico er misschien wel in zit”, geeft hij aan, waarbij hij wel meteen opmerkt dat Surepay zich nooit heeft gepositioneerd als een bedrijf dat elk risico op fraude uitsluit. “En dat blijven we ook zo doen”, voegt hij toe. Het gaat er volgens hem om dat je je richt op wat je kunt, in plaats van te focussen op wat je niet kunt. “Want anders begin je nooit.”
Luister hier de volledige aflevering.