Om de wooncrisis het hoofd te bieden is het kabinet van plan om 100.000 woningen per jaar bij te bouwen. Rabo Real Estate Finance noemt dit echter een onrealistische ambitie. De onderzoekers leggen uit dat de lange doorlooptijd, het tijdrovende bouwproces, capaciteitstekorten en steeds veranderende wet- en regelgeving voor flinke vertragingen kunnen zorgen.
“Het is goed dat het kabinet de lat hoog legt met haar ambitie en een minister voor Volkshuisvesting herintroduceert”, leggen Rabobank-analisten Sandra Koenraadt en Hans-Hugo Smit uit. “Deze minister kan regie nemen en prestatieafspraken maken over regionale woningbouwplannen en deze prioriteren.”
Het extra vrijgemaakte geld in het regeerakkoord kan volgens de analisten bijdragen aan het versnellen van ruimtelijke procedures – hiermee doelen Koenraadt en Smit op het investeren in (tijdelijke) capaciteit van gespecialiseerde medewerkers op gemeentelijk of provinciaal niveau en door het aanvullen van onrendabele toppen. Desondanks ligt het doel van 100.000 woningen per jaar nog buiten bereik.
Tijdelijke woningen
Om de woningbouwproductie verder op te voeren, adviseren de analisten dat er meer aandacht besteed moet worden aan prefabricage, vastgoedtransformaties en tijdelijke woningen. Koenraadt en Smit wijzen erop dat tijdelijke woningen meerdere voordelen hebben, waardoor ze veel sneller klaar kunnen staan. Zo gelden er onder andere minder ingewikkelde en tijdrovende procedures, is een woonbestemming niet noodzakelijk en is de bouwtijd veel korter.
De analisten stellen dan ook dat de ‘tijdelijke route’ veel wettelijke mogelijkheden biedt om veel sneller meer woningen te bouwen. “Volwaardige woningen, die een leven lang mee gaan, maar die misschien wel één of twee keer van locatie veranderen.
Fiscaal ontmoedigd
Daarnaast kunnen bestaande woningen ook beter benut worden. “Waar naast transformatie meer aandacht voor zou moeten zijn, is hoe we slimmer omgaan met de bestaande woningvoorraad. Wanneer we stimuleren dat meer mensen gaan samenwonen, zijn er minder woningen nodig voor hetzelfde aantal mensen. Fiscaal wordt samenwonen echter vaak ontmoedigd.”
“Zo worden alleenstaande 65-plussers gekort op hun AOW wanneer ze gaan samenwonen. Ook thuiswonende meerderjarige kinderen hebben invloed op de hoogte van uitkeringen en toeslagen. Door slimmer om te gaan met de bestaande woningvoorraad, is wellicht minder nieuwbouw noodzakelijk. Dan halen we misschien de 100.000 niet, door het beter benutten van de bestaande ruimte is dat dan ook niet nodig”, besluiten de Rabobank-analisten.