Rabo Carbon Bank heeft zijn eerste carbon credits op de Nederlandse en Amerikaanse markt verkocht aan Hoogwegt, Vattenfall, Interpolis en Interfood. Met de aankoop van de credits ‘compenseren’ de bedrijven hun CO2-uitstoot. 90% van de opbrengst stroomt namelijk door naar boerenbedrijven, die het geld op hun beurt weer gebruiken om te verduurzamen en daarmee CO2 besparen. De verkoop van de credits is onderdeel van het pilotproject van Rabobank, om Nederlandse en Amerikaanse agrariërs te assisteren met het terugbrengen van hun uitstoot van broeikasgassen.
Melkveehouders en akkerbouwers ontvingen in juni 2021 een voorschot van de Rabo Carbon Bank om te verduurzamen. Sindsdien zouden de deelnemers minder diep ploegen, minder kunstmest gebruiken en kruidenrijk grasland zaaien. Samen met projectpartner Wij.land worden de boeren begeleid met het nemen van duurzame maatregelen voor hun bedrijf. Daarnaast berekent de partner de geboekte klimaatwinst en is men samen met de carbonbank verantwoordelijk voor het delen van geleerde lessen met andere boeren en geïnteresseerden.
Volgens Barbara Baarsma zorgen de maatregelen voor een gezondere bodem, waardoor er meer koolstof wordt vastgehouden. De CEO van de Rabo Carbon Bank stelt dat boeren bij de aanpak van klimaatverandering te vaak worden gezien als onderdeel van het probleem, terwijl ze juist ook onderdeel van de oplossing kunnen zijn.
“Verduurzaming van de landbouw ligt niet alleen bij de boer”, vervolgt Baarsma haar uitleg. “Dat vindt niet alleen Rabobank, maar ook onze klanten die de credits hebben gekocht en daarmee verduurzaming voor deelnemende boeren rendabel maken.”
Toekomst van het boerenbedrijf
Overigens komt niet elke boer in aanmerking voor de carbon credits. Geïnteresseerde partijen dienen zich namelijk te committeren aan een CO2-reductie in hun bedrijfsvoering én in de toeleveringsketen. De pilot in Nederland en de Verenigde Staten begint aan het tweede jaar en duurt in totaal drie jaar.
Baarsma noemt de carbon credits de toekomst van het boerenbedrijf. “Door regeneratief te boeren, verbetert de biodiversiteit en daarmee de voedingswaarde van de producten, maar worden boeren ook beloond voor hun ecosysteemdiensten. Om daarmee de door ons allemaal gewenste overgang naar een duurzame landbouw te maken moet wel de prijs van een credit omhoog en de werklast – zoals het verzamelen van data – omlaag. Daar werken we nu aan.