Sigrid Kaag heeft aangekondigd nog dit jaar een besluit te nemen over de mogelijke verkoop van de Volksbank. Het moederbedrijf van SNS, ASN Bank, RegioBank en BLG Wonen is inmiddels tien jaar in staatshanden. De minister van Financiën wilde aanvankelijk wachten tot de bank sterk genoeg was om op eigen benen te staan, maar denkt dat duidelijkheid over de toekomst sneller nodig is.
De Volksbank bestaat als zodanig pas sinds september 2016. De ontstaansreden voor de naam is echter te herleiden naar de financiële crisis. Het toenmalige SNS-Reaal kampte als gevolg van de crisis – en mismanagement - met torenhoge tekorten. Tekorten waaraan het ten onder zou zijn gegaan als de Staat in 2013 niet was bijgesprongen. SNS-Reaal werd uit elkaar getrokken, waarbij het bankdeel verder ging onder de vergunning van ‘de Volksbank’.
Het kabinet gaf destijds €3,7 miljard uit om de bank overeind te houden. De aandelen werden ondergebracht in NLFI, dat was opgericht om de aandelen op een zakelijke manier te beheren zonder het risico een politieke speelbal te worden.
De toekomst
Sindsdien heeft de Volksbank een koerswijziging ingezet, waarbij het zichzelf wil presenteren als een maatschappelijk betrokken consumentenbank. Onder meer het stabiel houden van het aantal bankfilialen zou op den duur moeten leiden tot een groeiend klantenbestand en daardoor hogere winstmarges. De minister denkt nu echter dat het nog te lang zou kunnen duren voordat er voldoende vorderingen gemaakt zijn.
Om “onnodige vertraging” te voorkomen wil ze nu de Volksbank bijtijds duidelijkheid geven over de eigen toekomst. Het is de bedoeling dat de bank – en de toezichthouders – daarbij betrokken worden. De minister stelt tevens dat er nog meerdere scenario’s op tafel liggen.
Zo is een deel van de Tweede Kamer van mening dat de bank op zijn minst voor een deel in publieke handen blijft, omdat het op die manier het maatschappelijke belang beter zou kunnen dienen. Aan de andere kant stelt Kaag dat het bij een bank waar de aandeelhouders minder te zeggen hebben, mogelijk lastiger wordt om extra kapitaal op te halen – en dat zou de stabiliteit niet ten goede komen.
Kaag benadrukt echter uit dat er pas een definitief besluit wordt genomen als de Volksbank daar ook echt klaar voor is. De minister gaat daarbij af op het oordeel van het NLFI.