De huidige staat van de woningmarkt is grotendeels het resultaat van slecht beleid; maar liefst 66% van alle starters op de Nederlandse woningmarkt beoordeelt het woningmarktbeleid van de afgelopen jaar met een onvoldoende.
Dat blijkt uit de nieuwste editie van de Startersbarometer van Viisi Hypotheken onder 1.117 Nederlands tussen de 22 en 35 jaar oud zonder koopwoning. Negen op de tien respondenten is dan ook van mening dat het volgende kabinet rigoureus moet ingrijpen om de huidige staat van de woningmarkt flink te verbeteren.
Van alle starters op de Nederlandse woningmarkt blijken twintigers het meest ontevreden over het Haagse woningmarktbeleid. Zo is maar liefst 90% van hen van mening dat de politiek vooralsnog te weinig doet om hun situatie te verbeteren, 93% wil daarom dat een volgend kabinet flink de handen uit de mouwen steekt om de huidige status quo te doorbreken.
Met de afschaffing van de overdrachtsbelasting heeft de politiek volgens Hergen Dutrieux (medeoprichter van Viisi Hypotheken) duidelijk stelling genomen ten faveure van starters. “Naast meerjarenplannen voor de woningmarkt, waaronder bouwen-bouwen-bouwen, zou een volgend kabinet eens goed naar de huurmarkt moeten kijken.
Dutrieux stipt aan dat de vastgelopen woningmarkt met lagere huren en een groter aanbod aantrekkelijke huurwoningen in potentie op de korte termijn uit het slop kan worden getrokken.
Pessimisme
Verder blijkt uit het onderzoek dat het aantal starters in de komende twaalf maanden hun eerste woning verwacht te kopen, dit kwartaal wederom uitkomt op 19% – het lage verwachtingscijfer is daarmee al drie kwartalen achter elkaar niet veranderd.
In dezelfde periode steeg het aantal respondenten dat verwacht dat de situatie van starters op de korte termijn niet zal verbeteren echter wel; van 78% in het eerste kwartaal van 2023 naar 86% nu. Als een direct gevolg heeft slechts 16% van alle starters het afgelopen kwartaal een huis bezichtigd. Niet meer dan een tiende van hen heeft uiteindelijk een bod uitgebracht.
“De woningmarkt zit op slot en het kan nog jaren duren voordat we de effecten zien van de bouwplannen van het nu demissionaire kabinet”, vervolgt Dutrieux. “Het lijkt erop dat het overgrote gedeelte van de Nederlandse starters zich daar inmiddels van bewust is.”
Tijd voor een alternatief
Maar wie (of wat) is er schuldig voor de huidige malaise op de woningmarkt? Wat de starters betreft ligt het vooral aan de hoge huizenprijzen (37%), gevolgd door het politieke beleid (13%) en woninginvesteerders (10%). Ook de huidige hoge inflatiecijfers en duur huren (beide 9%) worden vaak aangehaald.
De koopbereidheid onder starters is op dit moment volgens Dutrieux “bijzonder hoog”. Hij wijst daarbij naar cijfers van het Kadaster, waaruit blijkt dat in het afgelopen kwartaal maar liefst 44% van alle verkochte woningen naar een starter ging; het hoogste percentage sinds het begin van de meting in 2015.
“Als gevolg van de hoge huurprijzen kunnen veel jongeren momenteel kapitaal opbouwen met een koophuis”, vervolgt Dutrieux. “Het wordt tijd voor een alternatief. Alleen met een drastische verlaging van de huren, houden starters voldoende geld over om te sparen. Daardoor zal de noodzaak tot kopen en de bijbehorende druk op de koopmarkt afnemen.”