Consumenten die hun hypotheek willen oversluiten en daarbij kiezen voor rentemiddeling zijn vaak duurder uit dan verwacht. Dat blijkt uit berekeningen van de Consumentenbond. Volgens de bond hanteren de meeste banken en hypotheekverstrekkers een ongunstige rekenmethode.
De hypotheekrente daalt, en heeft een historisch laag niveau bereikt. Veel woningeigenaren overwegen daarom hun hypotheek over te sluiten, om van deze lage rente te profiteren. Hypotheekverstrekkers en banken bieden daarom rentemiddeling aan, waarbij de huiseigenaren een nieuwe rentevaste periode afspreken met hun verstrekker of bank om hun maandlasten naar beneden te brengen. Maar dat is niet kosteloos – bij veel banken zit hier een boete aan vast, die vaak in de vorm van extra rente wordt opgenomen over de nieuwe rentevaste periode.
Ongunstig
Uit recente berekeningen van de Consumentenbond, voor hun maandelijkse publicatie ‘Geldgids’, blijkt echter dat deze rentemiddeling lang niet zo voordelig is als verwacht. De meeste banken hanteren een rekenmethode die ongunstig is voor de consument, zo stelt de bond. Bij het berekenen van de boete houden namelijk veel van de hypotheekverstrekkers geen rekening met het boetevrije deel van de hypotheek – bij veel hypotheken tussen de 10% en 20% van de hypotheeksom.
Doordat er boete wordt berekend over het boetevrije deel, komen de oversluitkosten van rentemiddeling veel hoger uit dan zou moeten. “Als de hypotheekrente onverhoopt niet flink stijgt, kunnen consumenten zelfs verlies lijden”, voegt de bond toe. Om de (te) hoge boete te ontwijken kunnen consumenten volgens de bond beter de hypotheek vervroegd oversluiten en daarbij de boete direct betalen, in plaats van deze in de rente te laten verwerken. Consumenten met spaargeld kunnen daarnaast nog overwegen om extra af te lossen.