Op het moment dat een organisatie aandelen uitgeeft noemt men dit een emissie. Het belangrijkste doel van een emissie is het verkrijgen van geld uit de mark zodat de organisatie kan investeringen en groeien. Een emissie levert geld op maar de keerzijde daarvan is wel de hoeveelheid eisen waaraan een bedrijf moet voldoen wanneer het genoteerd wil zijn op de beurs. Deze keerzijde maakt op dit moment dat een aantal bedrijven bezig zijn hun aandelen weer van de markt te halen.
Indien een organisatie voor het eerst aandelen uitbrengt heet dit in het jargon ‘initial public offering’ (IPO). Bij het uitbrengen van aandelen zijn over het algemeen een of meer banken betrokken om de uitgevende organisatie te begeleiden. Indien er meerdere banken betrokken zijn wordt er meestal één bank als coördinator aangesteld (deze bank wordt dan de syndicaat-leider genoemd). De uitgevende organisatie spreekt met de begeleidende bank of de syndicaat-leider af dat zij de aandelen aan het publiek te koop aanbieden. De begeleidende banken zullen de mogelijke investeerders actief benaderen.
De banken begeleiden de uitgevende organisatie ook (samen met accountants en juridisch adviseurs) in het opzetten van het prospectus. Het prospectus is het document dat de emissie begeleidt, waarin de organisatie haar (financiële) situatie schetst. Het prospectus moet door de bank gebruikt worden voor haar werving van potentiële kopers. Het is een zorgvuldig samengesteld document, onvolledigheden of verkeerde voorstelling van zaken in het prospectus kunnen (zeker bij dalende koersen) leiden tot langdurige rechtszaken van gedupeerde beleggers.
Bij een IPO is het van groot belang het aantal uit te geven aandelen en de juiste waarde van een aandeel vast te stellen. Bij het naar de markt brengen van een aandeel zijn de aandelen over het algemeen licht onder hun geschatte waarde geprijsd. Dit moet potentiële kopers over de streep helpen. Direct na de emissie zal de prijs van de aandelen stijgen, waardoor bij verkoop meteen winst kan worden gerealiseerd. Bij een te lage prijs haalt een organisatie te weinig kapitaal uit de markt. Bij een te hoge prijs kan het zo zijn dat de banken de aandelen niet kwijtraken of wanneer ze ze kwijtraken de prijs na uitgifte direct daalt, het een slecht verhandelbaar aandeel wordt en zo zijn waarde verliest.
Een organisatie kan ook extra aandelen uitgeven. Doordat de waarde van de organisatie hiermee verdeeld wordt over een groter aantal aandelen zakt de waarde per aandeel. Dit wordt ‘verwatering’ genoemd. Om de huidige aandeelhouders hiervoor te compenseren wordt hen vaak de kans geboden (als eerste) de nieuwe aandelen tegen een aantrekkelijk tarief aan te schaffen.
Een organisatie kan ook besluiten zijn aandelen terug te kopen. Hiermee verkleinen zij het aantal uitstaande aandelen.