De Wet op het financieel toezicht (Wft) omvat alle regels voor het toezicht op financiële instellingen met als doel om de financiële markten doelgericht, marktgericht en inzichtelijk te maken. De wet is op 1 januari 2007 in werking getreden.
De onderdelen die in deze wet aan de orde komen zijn onder andere de taken en bevoegdheden van DNB en AFM, de vergunningen die nodig zijn om financiële diensten te mogen leveren, het toezicht die controleert of een instelling gezond is, het depositogarantiestelsel en bepalingen over de deskundigheid, betrouwbaarheid, integriteit en de zorgplicht van financiële ondernemingen. Daarnaast kent deze wet ook regels over het gedrag van banken richting consumenten. Banken zijn volgens deze wet bijvoorbeeld verplicht om een Financiële Bijsluiter te hanteren bij de levering van hun producten en diensten.
De toezichthoudende taak van de AFM en DNB is volgens deze wet gescheiden. De AFM houdt toezicht op het gedrag van de gehele financiële marktsector (gedragstoezicht) en DNB controleert of een instelling voldoende gezond is (prudentieel toezicht).
De Wft bundelt acht voormalige wetten in één wet:
- Wet toezicht kredietwezen
- Wet toezicht verzekeringsbedrijf
- Wet toezicht beleggingsinstellingen
- Wet toezicht effectenverkeer
- Wet melding zeggenschap
- Wet toezicht natura-uitvaartverzekeraars
- Wet financiële dienstverlening