'Banken moeten rond klimaat nu echt van analyse naar actie'
2022 is het jaar van de klimaatwaarheid, aldus Rens van Tilburg, directeur van het Sustainable Finance Lab aan de Universiteit Utrecht. Financiële instellingen komen dit jaar met actieplannen hoe zij hun balansen in lijn gaan brengen met de Klimaatdoelen van Parijs voor 2030. Het in kaart brengen van klimaat- en milieurisico’s die klanten – en daardoor banken – lopen, speelt een grote rol. Banken zijn op de goede weg, vindt Van Tilburg.
“Maar laat banken nu vooral meer consequenties gaan verbinden aan alles wat we inmiddels al weten. Banken nemen weliswaar afscheid van bedrijven die niet meegaan in de verduurzamingstransitie. Maar nog te beperkt en klimaatrisico’s moeten veel meer beprijsd worden.” Dit artikel is eerder verschenen in Bank | Wereld Online, een uitgifte van de Nederlandse Vereniging van Banken.
Overstromingen, hagelbuien, droogte, bosbranden, mislukte oogsten… Klimaatverandering en milieu-aantasting veroorzaken concrete, fysieke schade bij bedrijven en huishoudens, wat zich vertaalt in risico’s voor de financier. Vanwege dezelfde klimaatverandering en milieu-aantasting moeten veel bedrijven nu investeren om op termijn (duurzaam) te kunnen blijven ondernemen – ook dat zijn risico’s voor de financier in kwestie.
De vraag hoe zulke klimaat- en milieurisico’s precies de balansen van banken raken - die vraag werd lang nauwelijks gesteld, begint Rens van Tilburg: “Als onafhankelijke groep wetenschappers is het Sustainable Finance Lab in staat om juist zulke moeilijke vragen te stellen en proberen te beantwoorden. In 2013 onderzochten wij daarom het idee van de ‘carbon bubble’: stel we gaan in één keer naar een duurzame wereld, wat gebeurt er dan met de waarde van gas-, kolen- en oliebedrijven? We ontwikkelden scenario’s en brachten in kaart welke banken in Europa geraakt zouden kunnen worden.”
Enorme impact
Van Tilburg: “We voorzagen een enorme impact. En zagen ook dat veel financiële instellingen geen rekening houden met de aankomende verduurzamingstransitie. Kijk je bijvoorbeeld naar de kredietwaardigheid van een groot oliebedrijf, dan maakt het nogal wat uit of je ervan uitgaat dat het bedrijf alle voorraden in de grond naar boven kan halen en kan verkopen. Of dat dat niet kan, omdat er dan te veel CO2 de lucht in gaat, waardoor we de Klimaatdoelen van Parijs niet kunnen halen. Intussen worden zulke bedrijven wel gewaardeerd op de beurzen en wordt hun kredietwaardigheid ingeschat op de aanname dat al die voorraden verkocht worden.”
“Financiële instellingen hebben te weinig aandacht voor de impact van de duurzaamheidstransitie op hun balansen, was onze conclusie destijds. Toezichthouder De Nederlandsche Bank zag snel in dat deze kwestie raakt aan hun primaire mandaat: erop toezien dat banken ook deze risico’s goed managen. DNB deed onderzoek en de Europese toezichthouder ECB sprak twee jaar geleden haar verwachtingen uit over de manier waarop banken hun klimaatrisicomanagement vormgeven. In haar recente rapport liet de ECB zien hoe de ruim 100 grootste banken in Europa het doen: geen van die banken doet het helemaal goed, 20% doet zelfs helemaal niets en heeft ook geen plannen om dat te verbeteren.”
Verrast
Van Tilburg: “Ik was best verrast over deze percentages. We praten nu al jaren over dit onderwerp. Er liggen veel studies en er is al lang bekend wat de grootste risico’s op dit vlak zijn. De data en methodes zijn nog niet perfect, maar laten we consequenties gaan verbinden aan alles wat we nu al wel weten. Er zijn bepaalde bedrijven waarvan banken nu afscheid aan het nemen zijn vanwege de milieu- en/of klimaatrisico’s. Maar het is nog heel beperkt en het beprijzen van de klimaatrisico’s gebeurt maar mondjesmaat. Terwijl het managen van risico’s toch de kerncompetentie van banken is."
"De verwachtingen van de toezichthouders geven ook voldoende handvatten. En er zijn talloze methodes en instrumenten voorhanden. Dat is dus niet wat banken tegenhoudt. Toch is vooralsnog alleen van de kolensector afscheid genomen. Maar ook nieuwe velden ontwikkelen bij olie en gas is onverenigbaar met het Klimaatakkoord. Dat moet je dus niet willen financieren vanwege de transitierisico’s die je dan loopt. Binnen sectoren is ook bekend wat de groene koplopers zijn en de wat de fossiele achterblijvers. Krediet voor een autofabrikant die de elektrische revolutie aan het missen is verdient een flinke extra transitierisicopremie. Net zo bij het mkb, inclusief de landbouw, voor de bedrijven die relatief veel uitstoot hebben."
"Banken kijken nog te veel naar elkaar. Vanuit de gedachte: als ik voorop ga lopen, dan loop ik misschien inkomsten mis die concurrenten wel hebben, dus wat schiet de wereld daar uiteindelijk mee op? Ik doe het pas als jij het ook doet. Ik zou daarom verwachten dat de Nederlandse banken de ECB juist vragen om strenger toe te zien op het klimaatrisicomanagement. Dat zet de concurrentie die nog bankiert alsof er geen klimaatverandering gaande is op een achterstand en vergroot zo de ruimte om zelf goed risicomanagement te voeren.”
"Van banken mag worden verwacht dat ze vooruitkijken, risico’s zien en die van een prijs voorzien."
Ambitie is goed
Van Tilburg is positief over de samenwerking van de financiële sector binnen het Klimaatcommitment Financiële Sector dat in 2019 werd afgegeven: “De ambitie is goed. Maar ik zie banken nu ook worstelen met de vraag hoe ze aan de gestelde Klimaatdoelen gaan voldoen. Dat is ook zichtbaar in de eerste voortgangsrapportage vorig jaar. 2022 wordt daarom het jaar van de klimaatwaarheid. Dan komen financiële instellingen met actieplannen hoe zij hun balansen gaan ontwikkelen in lijn met wat nodig is om de Klimaatdoelen van Parijs te bereiken. Dan moet duidelijk worden wat dat gaat betekenen in termen van de CO2-emissie van bedrijven die gefinancierd worden door banken. En heel belangrijk: welke acties banken daartoe gaan ondernemen. Kunnen we bedrijven aanzetten tot CO2-emissiereductie of gaan we afscheid van hen nemen?”
Grens
“Als wereld moeten we alles op alles zetten om de klimaat- en milieurisico’s zo veel mogelijk te beperken. Banken vervullen daarin een belangrijke rol. Van banken mag worden verwacht dat ze vooruitkijken, risico’s zien en die van een prijs voorzien. Waardoor klanten in het hier en nu beseffen: hé, het is beter om nu maatregelen te nemen. Om nu duurzaam te gaan ondernemen. Of om nu zonnepanelen op mijn dak te leggen. Banken hebben laten zien dat ze het kunnen."
"Bijvoorbeeld met de Label C-verplichting vanaf 2023 op door hen gefinancierd commercieel vastgoed. Ook zouden banken meer de lead kunnen nemen als het gaat om verduurzaming van het mkb. Tegelijk is er ook een grens aan wat banken kunnen doen. Regelgeving zou enorm helpen, zoals een verplichte energielabelsprong bij een verhuizing – iets wat vanuit de Nederlandse Vereniging van Banken steeds vaker wordt aangekaart. Er is namelijk ook zeker meer overheidsactie nodig om deze transitie voor elkaar te krijgen.”