Wat zijn de uitdagingen van klimaatstresstesten voor banken?
Sinds de Climate Risk Stress Test is geïntroduceerd, zijn banken in Europa verplicht een stresstest uit te voeren op basis van verschillende klimaatscenario’s. De eerste ervaringen vanuit de markt leren ons dat het ontwerpen en uitvoeren van de testen een grote uitdaging vormt. Sebastiaan Bredenbeek (Senior Consultant bij RiskSphere) vertelt waarom.
De Climate Risk Stress Test (CRST) werd gelanceerd in 2022 vanuit het mandaat van de Europese Centrale Bank, die wilde uitzoeken in hoeverre klimaatrisico’s effect hebben op banken. Het proces en de resultaten toonden aan dat het testen van dit soort risico’s baanbrekend is – maar ook complex.
“Het is een grote uitdaging om de vele dimensies van klimaatverandering in één enkel stresstestscenario te vatten”, aldus Bredenbeek.
“Het is essentieel om voor elk scenario te voorspellen hoeveel uitstoot van broeikasgassen erop zal volgen en om vast te stellen hoe snel de aarde hierdoor zal opwarmen. Het is ook nodig om de maatschappelijke gevolgen te evalueren, de economische gevolgen te interpreteren en uiteindelijk de financiële impact op individuele bedrijven te bepalen.”
Om alles nog ingewikkelder te maken, is er een merkbaar tekort aan beschikbare data om modellen te onderbouwen. Dat komt door de urgentie van de klimaatcrisis en de schaal waarop er actie nodig is om verdere crises te voorkomen. Dit maakt de normen en benaderingen in de aanpak heel veranderlijk.
Stresstests voor klimaatrisico's hebben andere kenmerken dan traditionele stresstests. Denk aan verschillen in tijdschaal, waarbij climate risk stresstests naarmate de tijd vordert geleidelijke verschuivingen laten zien in plaats van plotselinge schokken.
Er is ook een verschil in het herstelpatroon, waarbij climate risk stresstests vaak een nieuw dieptepunt kennen na de grote stresssituaties, terwijl financiële stresstests eerder geleidelijk verlopend herstel laten zien.
“Traditionele stresstesten komen meestal voort uit financiële schokken. Klimaatrisico's daarentegen ontstaan eerder vanuit de reële economie,” merkt Bredenbeek op. “Gezien de genuanceerde relatie tussen banken en de reële economie wordt het voorspellen van schokken en significante verliezen inherent complexer.”
Voor zowel traditionele als climate risk stresstests zijn de gesimuleerde potentiële herstelmogelijkheden hypothetisch van aard en neigen daarom tot een vereenvoudigd resultaat. Voor klimaatstresstesten kan dat gemakkelijk resulteren in een gesimplificeerd beeld, aangezien klimaatrisico's een groot aantal complexe en onderling verbonden kwesties met zich meebrengen.
“Er zijn veel dynamieken die vaak over het hoofd worden gezien. Denk aan de wisselwerking tussen fysieke risico's en overgangsrisico's, omslagpunten en mogelijk ontwrichtende sociaaleconomische factoren zoals massale migratie. Deze staan centraal bij het begrijpen van de grote bedreiging die klimaatverandering vormt voor het financiële systeem en toekomstige generaties.”
Er zijn dusdanig veel complexiteiten en onzekerheden betrokken bij het risicobeoordelingsproces, dat de uiteindelijke uitkomsten van dergelijke climate risk stresstests met voorzichtigheid moeten worden bekeken. Toch stelt Bredenbeek dat de waarde van dergelijke stresstests nog steeds overeind staat.
“Terwijl het belangrijk is om te erkennen dat de huidige volwassenheid en betrouwbaarheid van climate risk modellen - en bij uitbreiding de uitkomsten van climate risk stresstests - mogelijk niet voldoen aan de normen die traditioneel worden verwacht voor besluitvorming, kunnen deze resultaten wel dienen als springplank voor discussies over klimaatrisico's binnen organisaties”, aldus Bredenbeek.
Het is belangrijk op te merken dat de CRST wordt beschouwd als een leeroefening, en niet zozeer als een 'pass-or-fail'-test met implicaties voor de betrokken financiële instellingen. Desondanks toonden de enigszins verontrustende bevindingen aan dat koolstofintensieve sectoren nog steeds een belangrijke bron van rente-inkomsten waren voor veel banken in de EU.
Het percentage van de door Europese banken gegenereerde rente-inkomsten dat afkomstig was uit een lange lijst van koolstofintensieve sectoren, was beduidend hoger (65%) dan het aandeel van deze sectoren in de totale economische activiteit van het blok (54%). Erger nog, 21% van de gerapporteerde inkomsten van banken was afkomstig van wat de ECB beschouwt als zeer broeikasgasintensieve industrieën.