Sparen over de grens: hoger rendement, hoger risico?
Nederlandse banken geven momenteel met 2% weinig rente op spaargeld. Veel spaarders overwegen daarom om hun geld op een buitenlandse rekening te zetten. Deze bieden vaak een hogere rente dan Nederlandse banken. Helaas is sparen in het buitenland niet altijd zonder risico. Waar moet je precies rekening mee houden als je je geld elders wilt onderbrengen?
Nederlanders stallen meer geld in het buitenland
Nederlanders zijn dol op sparen. In 2023 hadden we samen in totaal € 566,7 miljard gestald staan bij Nederlandse banken. Dit is een aanzienlijk bedrag gezien de lage spaarrente van ongeveer 2%. Veel spaarders overwegen daarom hun geld op een buitenlandse rekening te zetten met een hoger rentepercentage.
Een hogere spaarrente kan al snel een groot verschil maken. Stel dat je bijvoorbeeld €20.000 spaargeld hebt, dan kan een verschil van slechts 2%al neerkomen op € 400 per jaar. Dat is natuurlijk lekker meegenomen.
Het bedrag aan Nederlands spaargeld bij buitenlandse banken binnen de eurozone is in twee jaar bijna verdubbeld. In 2021 bedroeg dit nog €5,6 miljard, maar in 2023 is dit gestegen naar €10,5 miljard. Hierdoor staat momenteel ongeveer 1,8% van het totale banktegoed van Nederlandse huishoudens bij een buitenlandse bank.
Waarom bieden buitenlandse banken een hogere rente?
Onze spaargewoontes hebben ervoor gezorgd dat de Nederlandse spaarmarkt redelijk verzadigd is. In het buitenland is dit soms anders. Sommige buitenlandse banken moeten sparen aantrekkelijk maken om voldoende spaargeld aan te trekken. Zij hebben dit spaargeld nodig om leningen te verstrekken aan hun klanten.
De rente die zij ontvangen wanneer mensen geld lenen, en de opbrengsten van beleggingen die zij doen met het spaargeld, vormen namelijk een groot deel van hun inkomsten.
Waar moet je rekening mee houden?
De naam Icesave doet bij velen nog een belletje rinkelen. Deze IJslandse bank bood Nederlanders hogere rentetarieven dan binnenlandse banken, maar ging in 2008 failliet, waardoor de Nederlandse staat moest bijspringen om spaarders hun geld terug te geven. Dit incident herinnert ons aan de risico's van sparen bij buitenlandse banken
Na de val van Icesave en de financiële crisis in 2008 is de regelgeving in Europa strenger geworden rondom het depositogarantiestelsel. Dit betekent dat de overheid van het land waar de bank is gevestigd, spaartegoeden tot €100.000 per persoon garandeert bij een faillissement.
Buiten de EU geldt deze regelgeving niet en loop je dus meer risico. Het depositogarantiestelsel kan daar minder hoog zijn of minder betrouwbaar. Gaat een bank failliet? Dan is het niet zeker of je je geld terug kijkt. Verdiep je daarom altijd in de regelgeving van het land waar je wil gaan sparen.
Daarnaast is het verstandig om te kijken of je te maken krijgt met bronbelasting. Dit is belasting die, onder andere in Duitsland en Zwitserland, wordt geheven voor rente op spaargeld. Hoewel je deze belasting via formulieren kunt verminderen of in Nederland kunt verrekenen met de box 3-belasting, is dit vaak omslachtig. Soms is het makkelijker om te kiezen voor een bank met iets minder rente, maar zonder gedoe.
Meerderheid kiest voor veiligheid
In het buitenland zijn nog steeds aantrekkelijke rentetarieven te vinden, en door strengere regelgeving loop je minder risico. Hoewel steeds meer Nederlanders deze stap durven te zetten, blijft de meerderheid kiezen voor de vertrouwdheid van banken in eigen land. Het blijft tenslotte een persoonlijke afweging tussen hogere rendementen en vertrouwde zekerheid.