Groeipijn bij Revolut: Zorgen over risicobeheer vertragen Britse banklicentie
Revolut, de meest waardevolle tech-startup van het Verenigd Koninkrijk, staat nog altijd in de wachtrij voor een volledige Britse banklicentie. Toezichthouders maken zich zorgen of het risicobeheer van de fintechgigant wel gelijke tred kan houden met de razendsnelle internationale expansie.
Hoewel Revolut al in juli 2024 een voorlopige goedkeuring kreeg, bevindt het zich al 15 maanden in de zogeheten ‘mobilisatiefase’. In deze interim-periode moet een nieuwe bank bewijzen dat het aan alle eisen van de toezichthouders – de Prudential Regulation Authority (PRA) en de Financial Conduct Authority (FCA) – kan voldoen. Dit proces duurt doorgaans maximaal twaalf maanden.
De kern van de vertraging ligt volgens bronnen van de Financial Times in de robuustheid van Revolut’s interne controlesystemen. De PRA wil de garantie dat het risicobeheer, met name rondom witwaspraktijken en IT-systemen, opgewassen is tegen de complexiteit van een bedrijf met 65 miljoen klanten.
Voor de toezichthouder staat er veel op het spel. Een volledige Britse banklicentie wordt internationaal gezien als een belangrijk keurmerk, dat voor Revolut deuren kan openen in andere landen. Een overhaaste goedkeuring is dan ook geen optie.
Zolang Revolut in de mobilisatiefase zit, mag haar bankdivisie slechts een totaal van £50.000 aan deposito’s aanhouden, wat de Britse ambities ernstig beperkt.
‘Onze nummer één prioriteit’
Voor Revolut is het verkrijgen van de licentie cruciaal om de lucratieve Britse kredietmarkt, waar het rond de 10 miljoen klanten heeft, te kunnen betreden en de enorme hoeveelheid klantendeposito’s aan het werk te zetten. Bij de opening van het nieuwe hoofdkantoor in Londen noemde medeoprichter Nik Storonsky de licentie zijn “nummer één prioriteit”.
Opvallend genoeg toonde hij zich zelfkritisch over de strategie uit het verleden. Hij erkende dat het een fout was om in de beginjaren groei voorrang te geven boven het verkrijgen van de juiste, zwaardere banklicenties. “We probeerden een kortere weg te nemen met lichtere licenties en dat resulteerde in een slechter product”, aldus Storonsky.
