AFM: Woonlastenverzekering niet altijd geënt op klantbelang

13 januari 2015 Banken.nl

Veel woonlastenverzekeringen houden nog onvoldoende rekening met de belangen van de consument. Dat blijkt uit onderzoek dat de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft gedaan. Ook de verzekeraars zelf hebben op verzoek van de AFM kritisch naar de door hen aangeboden woonlastenverzekeringen gekeken. De producten, ook wel woonlastenbeschermers genoemd, die nog onvoldoende rekening bleken te houden met de belangen van consumenten worden aangepast of vervangen.

Een woonlastenverzekering heeft als doel de vaste woonlasten te verzekeren in het geval van een inkomensdaling door arbeidsongeschiktheid of werkloosheid.

Woonlastenverzekering houdt onvoldoende rekening met klantbelang

Bij veel verzekeringen is het recht op uitkering van de verzekering gerelateerd aan het recht op uitkering vanuit de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) en Werkloosheidswet (WW). Dit betekent dat de verzekering alleen uitkeert als de verzekerde tegelijkertijd een uitkering krijgt vanuit de WIA of WW. In het geval van werkeloosheid kan dat ertoe leiden dat de uitkeringsduur van de verzekering beperkt is, bijvoorbeeld door een korte arbeidshistorie, terwijl de werkloosheid langer kan duren. De AFM heeft verzekeraars gevraagd te beoordelen of de verzekering hierdoor wel aansluit bij de belangen van de klant en de veranderende maatschappelijke omstandigheden, en indien nodig de verzekeringen aan te passen.

De AFM heeft in het onderzoek extra nadruk gelegd op de vraag welke consumenten de doelgroep van een woonlastenverzekering vormen. Een duidelijke en afgebakende doelgroep is belangrijk om te borgen dat de verzekering alleen door consumenten wordt afgesloten voor wie de verzekering daadwerkelijk nuttig is. Dit bepaalt ook welke criteria worden gehanteerd op basis waarvan polishouders arbeidsongeschikt worden verklaard, de wachttijden die worden gehanteerd, of tijdelijke arbeidscontracten wel of niet worden gedekt en welke uitkeringsmaxima gehanteerd worden. Ook is de kostenopbouw van de premies onderzocht. Hieruit is gebleken dat de premieopbouw over het algemeen logisch is. Desondanks hebben verzekeraars op verschillende punten hun premiestelling aangepast.

De AFM is vooralsnog tevreden met de door de verzekeraars ingezette vervolgacties.