Invoering nieuwe Europese hypotheekregels uitgesteld
De nieuwe Europese hypothekenrichtlijn, de Mortgage Credit Directive (MCD), roept veel vragen op in de Nederlandse financiële sector, meldt de Nederlandse Vereniging van Banken onlangs. Het Tweede Kamer debat afgelopen woensdag heeft voor iets meer duidelijkheid gezorgd, maar ook werd door minister Dijsselbloem bevestigd dat de deadline van 21 maart 2016 voor het invoeren van de regels niet gehaald gaat worden.
Om over de gehele EU een goed functionerende markt voor hypotheken tot stand te brengen, waarbij consumenten in alle EU-lidstaten kunnen genieten van dezelfde hoge mate van bescherming, is de Mortgage Credit Directive (MCD) opgesteld. De MCD is een richtlijn die geldt voor alle Europese lidstaten, en die regels bevat voor het aanbieden van en bemiddelen in hypothecair krediet aan consumenten. Omdat de Nederlandse regelgeving reeds een hoge consumentenbescherming biedt, constateert de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) dat deze regelgeving in verregaande mate behouden kan worden. Over een aantal van de nieuwe onderdelen heerst echter onduidelijkheid.
Nieuwe regels
De belangrijkste veranderingen die met de komst van de MCD moeten worden doorgevoerd, zijn de introductie van het ESIS en de wijziging van het proces rondom het doen van een definitief aanbod aan een hypotheekaanvrager. Het ESIS – het European Standardised Information Sheet – is een informatiedocument dat consumenten in staat stelt om een internationale vergelijking te kunnen maken tussen aanbieders en bemiddelaars. Het zijn echter vooral de aanpassingen van het aanbodproces die vragen oproepen.
De NVB licht toe: “De MCD stelt nieuwe eisen aan het proces dat vooraf gaat aan het sluiten van de kredietovereenkomst. Bij het aanbieden van een offerte voor een hypotheek is het niet langer toegestaan om een voorbehoud te maken ten aanzien van de kredietwaardigheid van de aanvrager. Na het tekenen van een offerte mag de bank deze overeenkomst namelijk niet meer beëindigen of wijzigen in het nadeel van de klant (tenzij de klant bewust informatie heeft achtergehouden).” Dit impliceert dat “de klant pas een offerte kan krijgen (en daarmee zekerheid of hij de woning kan kopen) nadat alle voor de kredietbeoordeling benodigde stukken zijn ontvangen en beoordeeld”. Hij moet dus ook een waardebepaling aanleveren, die nu alleen nog in de vorm van een taxatierapport mag worden ingeleverd. Dit jaagt consumenten onnodig op kosten.
Kamerdebat
Afgelopen woensdag heeft de Tweede Kamer gedebatteerd over de invoering van de MCD. Het is daarbij duidelijk geworden dat de deadline van 21 maart 2016 niet gehaald zal worden. “Wij streven ernaar om de zaak rond de zomer in het Staatblad te hebben staan”, aldus minister Dijsselbloem van Financiën. In het debat ging hij in op de onduidelijkheid die heerst bij de NVB. Volgens de minister valt het erg mee hoeveel er verandert. Hij licht toe: “De aanbieder moet laten zien dat hij alles zorgvuldig heeft beoordeeld en de consument niet met te grote risico’s heeft opgezadeld. Dat gebeurt nu eigenlijk ook al.” Nu volgt er een niet-bindende offerte waar de consument over mag nadenken. “Dat kan nu nog steeds gebeuren. Het is nog steeds mogelijk, maar de term ‘offerte’ is dan waarschijnlijk niet goed. Het is een soort voorlopige aanbieding”, aldus de bewindsman.
Dat waardebepaling nu alleen is toegestaan op basis van een taxatierapport, moet snel worden aangepast vinden niet alleen de NVB maar ook de VVD, het CDA en D66. Om die reden zou ook het gebruik van modelmatige taxatie moeten worden toegestaan. Dijsselbloem heeft aangegeven hier in mee te willen, maar wijst wel op de nadelen hiervan: “Het nadeel van modelmatige taxaties is dat er gewoon met een aantal modelmatige criteria wordt gewerkt die heel weinig zeggen over de feitelijke, bijvoorbeeld technische, kwaliteit van de woning. Om die reden is die modelmatige taxatie nog niet opgenomen.” Er moet volgens hem nog worden uitgewerkt in welke gevallen modelmatige taxatie wel of niet is toegestaan.