Renteverlaging ECB kan leiden tot hogere loonkosten

09 mei 2016 Banken.nl

Werkgevers met een verzekerde pensioenregeling op basis van middelloon of eindloon worden bij contractsverlenging geconfronteerd met een stijging van 10% tot 20% van de loonkosten. Dat komt door de verlaging van de rente naar 0% door De Europese Centrale Bank. Hierdoor zullen pensioenpremies mogelijk verdubbelen. Daarvoor waarschuwt adviesbureau Mercer.

De ECB heeft de rente verlaagd zodat er goedkopere leningen verstrekt kunnen worden en hiermee de economie weer op gang gebracht kan worden. Als Europese banken goedkoper geld kunnen lenen, komt er meer geld in omloop en daardoor stijgen de prijzen van producten en diensten. Voor pensioenfondsen en -verzekeraars is dat echter slecht nieuws. De kapitaalmarktrente is namelijk een zware component in de prijssetting. Bij de hoge rente is de premie laag en bij een lage rente is de premie hoog.

Voor een gemiddelde werkgever vormt de pensioenregeling zo’n 20% van de loonkosten. Door de verlaging van de kapitaalmarktrente zullen de pensioenpremies met maar liefst 50% tot 100% stijgen. In extreme gevallen is te verwachten dat de stijging van de pensioenpremie zelfs meer dan 150% bedraagt. Mercer, wereldwijd een van de grootste bureaus gespecialiseerd in HR en actuariële diensten, voorziet dat voor veel werkgevers de pensioenpremie zal stijgen naar 30% tot 40% van de loonkosten.

Rob de Groot, senior consultant bij het adviesbureau: “Neem een bedrijf dat vijf jaar geleden een pensioencontract heeft afgesloten tegen hoge kapitaalrente. Dit bedrijf heeft nu in verhouding lage premietarieven. Binnenkort wordt de directie geconfronteerd met contractverlenging en wordt opnieuw een prijs voor de volgende contractperiode vastgesteld. Dat zal nu gebeuren op basis van 0% rente. Voor verzekeraars die een garantietarief afgeven van 2,5%, geldt dat ze die rentegarantie moeten gaan inkopen. De werkgever draait op voor die kosten. Bij verlenging van de contracten zullen de premies de pan uitrijzen en dat brengt een enorme schok teweeg.” 

Loonkosten omhoog door lage rente

Voor bedrijven rijst de vraag: moeten ze het pensioencontract verlengen of niet? De meeste pensioencontracten hebben een duur van vijf jaar, maar volgens de adviseur doen werkgevers er verstandig aan om zich ruim voordat het contract afloopt gronding te oriënteren op de kostenontwikkeling. De Groot: “Werkgevers moeten zich afvragen: kunnen wij het ons permitteren om de bestaande pensioenregeling te continueren of niet? In de meeste gevallen zal de conclusie zijn dat bedrijven deze lastenverhoging niet kunnen dragen en moeten zij een alternatief verkennen. Uiteindelijk gaat elke werkgever uit van het gewenste budget dat deze wil uitgeven aan een pensioenregeling. Dat zal tussen de 20% en 25% van de loonsom zijn. Op grond van dat uitgangspunt moeten alle stakeholders samen een nieuwe pensioenregeling ontwerpen én wellicht een nieuwe pensioenuitvoerder zoeken.”

Hiervoor is een zorgvuldige benadering nodig, stelt De Groot. “Kijk in alle rust naar alternatieven om voorbereid te zijn op een overstap en realiseer dat het soms ook mogelijk is om tijdens de looptijd van het contract de pensioenregeling te wijzigen.”

Marktaanbod van middelloon- en eindloonregelingen krimpt
Een bijkomend probleem voor werkgevers is dat het marktaanbod van middelloon- en eindloonregelingen steeds beperkter wordt. Dat komt omdat verzekeraars te maken hebben met Solvency ll (strengere eisen ten aanzien van kapitaalbeslag). Verzekeraars zijn hierdoor niet happig meer op garantieregelingen en zullen deze doorgaans alleen nog maar aanbieden tegen een prijsstelling waarop ze goede marges maken. “Er is weinig concurrentie op de markt waar het gaat om middelloon- en eindloonregelingen. Dat zorgt ervoor dat er geen prijsdruk kan ontstaan. Het aantal aanbieders wordt steeds kleiner met als gevolg dat de voorwaarden waaronder dit soort regelingen worden aangeboden, steeds strikter worden,” sluit De Groot af.