VS rechter geeft groen licht voor Libor-schadeclaims
Particuliere investeerders en beleggingsfondsen die schade hebben geleden door de Libor-fraude mogen alsnog schadeclaims indienen bij een groep van zestien banken. Dat heeft een Amerikaanse rechter besloten in een hoger beroep dat werd aangevraagd door de gedupeerde investeerders. Zij betaalden hogere prijzen voor beleggingen die afhankelijk waren van Libor-rente omdat deze kunstmatig was vastgelegd.
Veel banken hadden verwacht dat zij de Libor-fraude achter zich konden laten na de uitspraak van rechter Naomi Buchwald in 2013. Libor staat voor London Interbank Offered Rate, een gemiddelde rentevoet die gebruikt wordt door een groep banken om op de Londense geldmarkt onderling leningen te verstrekken. De banken werden ervan beschuldigd dat zij deze rente kunstmatig hebben vastgelegd tijdens de financiële crisis, zodat hun financiële situatie gezonder leek dan die eigenlijk was. Dit zorgde ervoor dat investeerders met beleggingen die van Libor afhankelijk waren, miljarden euro’s aan schade hebben geleden.
Buchwald bepaalde in 2013 dat de investeerders, waaronder de Universiteit van California en Amerikaanse steden Baltimore, Houston en Philadelphia, niet konden bewijzen dat zij schade hadden opgelopen door een kunstmatige rentevoet. De banken hadden in andere rechtszaken reeds miljardenboetes of schikkingen betaald aan autoriteiten in het Verenigd Koninkrijk, de VS en ook in Nederland. Ook Rabobank behoorde tot deze groep banken, de Nederlandse grootbank betaalde in totaal zo’n €774 miljoen aan boetes en schikkingen. De uitspraak van Buchwald hield verdere schadeclaims van investeerders tegen.
De investeerders legden zich echter niet neer bij de uitspraak en gingen in hoger beroep. De uitspraak van het hoger beroep is wel in hun voordeel – de Amerikaanse rechter van het 2nd U.S. Circuit Court of Appeals heeft afgelopen maandag de investeerders in het gelijk gesteld, en maakt daarmee de weg vrij voor verdere schadeclaims. Hoewel precieze bedragen niet bekend zijn, is de verwachting dat een groep van zestien banken de komende tijd miljarden euro’s aan schadeclaims tegen zich kunnen krijgen.
De groep banken om wie het gaat bestaat uit onder meer Bank of America, Royal Bank of Canada, Bank of Tokyo-Mitsubishi, HSBC, Lloyds Banking, J.P. Morgan Chase, Norinchukin Bank, Citigroup, Credit Suisse, Portigon AG/Westdeutsche ImmobilienBank AG en Société Générale.