De markt voor betalingsverkeer staat de komende jaren grote veranderingen te wachten. Het aantal transacties neemt explosief toe, met ook als gevolg dat de concurrentie – ook van niet-traditionele spelers als internet-, retail en telecomreuzen – in rap tempo toeneemt. Tegelijkertijd voelen banken en payment providers de hete adem van toezichthouders, die steeds meer eisen op tafel leggen op het gebied van harmonisatie, kostenbeheersing en transparantie, en die van de steeds professioneleel wordende e-criminelen. Piet Mallekoote, directeur van Currence en van de Betaalvereniging Nederland, geeft in gesprek met KPMG partner Evelyn Vinke- Smits zijn visie op de toekomst van betalingsverkeer.
Dagelijks worden er in Nederland miljoenen betalingen uitgevoerd. Mallekoote: “Op welke wijze er ook wordt betaald, consumenten verwachten dat dit veilig, snel en efficiënt verloopt.” Hier komt de Betaalvereniging Nederland in beeld. Zij is verantwoordelijk voor het ‘regisseren en waarborgen van de afspraken die banken gezamenlijk hebben gemaakt rond de efficiëntie, veiligheid en betrouwbaarheid van het elektronische betalingsverkeer’.
Antwoord op veranderende wereld
Voor een goed begrip van zijn werkveld neemt Piet Mallekoote ons mee terug in de tijd. Zijn verhaal begint 1 januari 2005: de oprichting van Currence. Een initiatief van acht Nederlandse banken met als doel om de marktwerking en transparantie in het betalingsverkeer te bevorderen.
Met de start van Currence werd de regelgevende kant rond de nationale collectieve producten (dat wil zeggen: de door banken en hun klanten uniform gebruikte Nederlandse betaalproducten) gescheiden van de verwerkingskant van die producten. Tot die tijd werden beide kanten gebundeld aangeboden door het voormalige Interpay (nu Equens). Het ging hierbij om de betaal-producten Chipknip, Acceptgiro, Incasso, het voormalige PIN en, vanaf 2006, iDEAL.
Met de oprichting van Currence werd toetreding tot de markt van nieuwe spelers en apparatuur (denk aan betaalautomaten) gefaciliteerd door de onafhankelijke certificering van Currence. Bij deze certificering staan eisen rond veiligheid, betrouwbaarheid en efficiency in de betaalketen centraal. Marktpartijen die aan de gestelde eisen voldoen, kunnen het betaalproduct in licentie afnemen en, in concurrentie met elkaar, aan eindgebruikers aanbieden.
Mallekoote: “Maar de wereld verandert. De komst van SEPA bijvoorbeeld, waarbij nationale betaalproducten en standaarden vervallen en vervangen worden door Europese producten en standaarden. Ook komen er niet-bancaire betaalinstellingen en (nieuwe) aanbieders op de betaalmarkt.
Daarnaast werd het belang van stakeholders groter. Door SEPA ontviel de basis aan nationale producten van Currence. Om gezamenlijk een efficiënt, veilig, betrouwbaar en effectief betalingsverkeer - in het SEPA tijdperk – te blijven waarborgen hebben de banken in 2011 Betaalvereniging Nederland opgericht; een organisatie die uniek is in Europa. Daarnaast is er sinds 2002 het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), onder voorzitterschap van DNB, dat zich richt op het bevorderen van de maatschappelijke efficiëntie van het Nederlandse betalingsverkeer.
Regisseur en productmanager
Mallekoote: “Als regisseur van de collectieve taken in het betalingsverkeer vervullen we een groot aantal niet-competitieve taken binnen het Nederlandse betalingsverkeer. We werken daarin nauw samen met onze leden (banken, betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen) en overleggen met stakeholders.”
De Betaalvereniging vervult daarnaast de rol van productmanager die verantwoordelijk is voor het vaststellen, beheren en aanpassen van gezamenlijke productkenmerken en standaarden van de Europese betaalproducten.
Denk hierbij aan de Europese overschrijving en de Europese incasso. Verder zorgt de Betaalvereniging ervoor dat (inter)nationale eisen en ontwikkelingen op het gebied van de betaalinfrastructuur, standaarden en producten tijdig door de leden worden geïmplementeerd en verzorgt zij de communicatie daarover naar de markt.
Disruptieve innovatie
Evelyn Vinke-Smits: “Door technologische innovaties en door verandering in wet- en regelgeving ontstaan er kansen voor de huidige en nieuwe aanbieders op de betaalmarkt. Hoe kijk je als ‘regisseur’ en ‘producteigenaar’ aan tegen de veranderingen die nu op je af komen?”
Mallekoote: “Bij Currence zien we bij iDEAL een sterke toename van het aantal betaal-instellingen, inmiddels zijn dat er meer dan 40 die bij ons certificaathouder zijn. Deze instellingen bieden webwinkels in veel gevallen gecombineerde diensten aan op het gebied van techniek (websites) en betaalopties, in dit geval iDEAL. Daarvan komt de helft uit het buitenland.” Vooral niet-bancaire spelers zoals Square Wallet, Google Wallet en Google Wallet Card, zouden voor disruptieve innovatie kunnen zorgen. Mallekoote nuanceert dat: “Concurrentie is zeker goed voor de markt en voor de eindgebruikers.
Betalingsverkeer is echter een tweezijdige markt, waarbij de consument veelal bij een andere bank bankiert dan de winkelier. Deze niet-bancaire spelers moeten dan ook een voldoende klantenbasis zien te vinden aan beide zijden van de markt om voldoende schaalvoordelen te behalen. Samenwerking tussen alle partijen op standaarden en veiligheid is hierbij nodig. Denk aan de Chipper -Chipknip discussie begin jaren negentig-, waarbij een gebrek aan onderlinge samenwerking leidde tot een concurrentie op standaarden. Daar wordt niemand beter van.
Gelet op de toegevoegde waarde die banken hebben op het gebied van het bieden van veiligheid en betrouwbaarheid van het betalingsverkeer, kunnen banken hun sterke rol in het betalingsverkeer behouden, mits zij blijven innoveren.”
iDEAL sterk merk
Hoewel de betaalmarkt internationaliseert, blijft een nationale samenwerking op het gebied van collectieve, niet-competitieve zaken van groot belang, aldus Mallekoote. “Vooral om het hoge kwaliteitsniveau van het betalingsverkeer nog verder te verbeteren.” Voor wie het nog niet wist: het lokale betalingsverkeer in Nederland staat op een zeer hoog niveau.
Mallekoote: “Een product als iDEAL is een voor Europa uniek product, dat nog geen navolging kent in de huidige gefragmenteerde Europese markt voor betalingsverkeer.” Binnen iDEAL doet zich veel concurrentie voor tussen aanbieders door de komst van nieuwe toetreders. “Zij hebben geen last van legacy-systemen en kunnen snel acteren en ook aan de voorkant van het betalingsproces hun diensten aanbieden.” Door de introductie van mobiel iDEAL door een aantal banken breekt voor iDEAL een nieuwe fase aan, verwacht hij.
De rol van banken
In Nederland vervullen banken van oudsher een sleutelrol in het betalingsverkeer, maar hun inkomsten uit het betalingsverkeer staan al jaren onder druk door lagere rentemarges, hogere kosten voor beveiliging, toenemende concurrentie en toenemende Europese wet- en regelgeving. Mallekoote: ”Het antwoord hierop is dicht bij de klant staan en blijven innoveren, maar voor dat laatste is om logische bedrijfseconomische redenen wel nodig dat het betalingsverkeer rendeert.
Tegelijkertijd kunnen door samenwerking op het gebied van niet-concurrentiële aspecten, zoals standaarden, infrastructuur en veiligheid en gezamenlijke communicatie de kosten worden beperkt. Hier ligt dan ook een belangrijke toegevoegde waarde van de Betaalvereniging. Er zijn ook buiten de Betaalvereniging samenwerkingsverbanden.
Zo heeft een aantal banken de handen ineen geslagen voor het efficiënter inrichten van de chartale geldstromen onder de naam Geldservice Nederland. Een goed voorbeeld van een andere innovatieve stap is het initiatief van een aantal Nederlandse banken en telecomproviders om een mobiel betaalplatform te ontwikkelen voor de Nederlandse markt. Dit initiatief is in 2012 beëindigd, maar ING, ABN AMRO en Rabobank zijn gezamenlijk doorgegaan en hebben in korte tijd de pilot mobiel betalen in de zomer 2013 in Leiden weten te realiseren. Daarbij kunnen consumenten met een mobiele telefoon of met een ‘contactloze pas’ met een Near Field Communication-chip betalingen verrichten. Mallekoote: “De resultaten worden momenteel geëvalueerd en in 2014 maken de banken bekend hoe zij hiermee verder willen gaan.”
Balans veiligheid en innovaties
Het begrip veiligheid valt met regelmaat tijdens het gesprek. In april 2013 had Nederland te kampen met DDoS-aanvallen op het online betalingsverkeer. Hoe zorgen we ervoor dat het betalingsverkeer veilig en robuust blijft? Het zijn banken zelf die daarvoor maatregelen moeten nemen, maar de Betaalvereniging speelt daarin een faciliterende rol, aldus Mallekoote. “We bespreken met banken welke dreigingen er zijn, wat we daartegen kunnen doen en wat we ervan kunnen leren.“
Hij is blij met het overheidsinitiatief Nationaal Cyber Security Centrum dat ‘werkt aan het gezamenlijk vergroten van de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving in het digitale domein’. Evelyn Vinke-Smits: ”Er zal altijd een balans moeten zijn tussen innovatie aan de ene kant en veiligheid aan de andere kant, noem het ‘gedoseerde innovatie’. Je wilt geen systeem of product bieden zonder voldoende veiligheid voor de eindgebruiker, maar ook geen volledig dichtgetimmerd systeem.” Mallekoote: “Beide moeten in evenwicht zijn en tegelijkertijd moet de consument een groot vertrouwen in het betalingsverkeer blijven houden, zowel qua nieuwe toepassingen als qua veiligheid.”
Nieuwe ontwikkelingen
Diezelfde consument heeft volop keuze. Er zijn contactloze betaalkaarten, prepaid betaalkaarten, creditcards, MiniTix, PayPal, Bitcoins, Qoin… en cash. Inmiddels is het merk ‘PIN’ niet meer in gebruik en is heel Nederland overgestapt op het nieuwe pinnen (Maestro en V PAY). Chipknip is al een aantal jaren aan het eind van zijn levenscyclus en zal eind 2014 stoppen.
Retourpinnen, een omgekeerde pintransactie, is een nieuwe dienst, evenals pinnen zonder pincode in de parkeerbranche, waarbij een gewone bankpas in de betaalautomaat wordt gestoken. Mallekoote vertelt dat in 2015 het ‘e-mandate’, een elektronisch mandaat voor incasso, op de markt zal verschijnen. “Daarmee kunnen we een einde maken aan de inefficiënte papierstroom van machtigingen voor incasso.”
Blik op de toekomst
Kijkend naar Europa is SEPA nog maar het begin, zegt hij. De concurrentie zal toenemen, niet alleen tussen bancaire en niet-bancaire aanbieders maar ook tussen verwerkers waarbij een verwerking van transacties op grotere schaal tegen lagere kosten centraal staat. Verder heeft de Europese Commissie nieuwe regels voorgesteld voor ‘interchange fees’ voor kaartbetalingen. Er is bovendien een nieuwe Richtlijn voor betaaldiensten (Payment Services Directive 2) in voorbereiding die betalen via internet moet vereenvoudigen.
Voor Piet Mallekoote en de Betaalvereniging Nederland is de toekomst allang begonnen.
Dit artikel is eerder geplaatst in de Financial Services Update Magazine van KPMG (#15 2013).