De Geschillencommissie Kifid heeft in een recente uitspraak bepaald dat banken vrij zijn om eigen afwegingen te maken over wie zij onder welke voorwaarden een hypothecaire geldlening verstrekken. In de zaak waarin de uitspraak werd voltrokken vorderde een consument een schadevergoeding van de ABN AMRO voor teveel betaalde rente, nadat de bank had geweigerd het hypotheekbedrag te verhogen en de consument tegen een hogere rente geld moest lenen bij een andere financier.
Kifid, het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, krijgt per jaar zo’n 6.000 klachten over financiële dienstverleners. Het instituut biedt sinds 2016 consumenten hulp bij het opstellen van hun klacht over hun bank of verzekeraar en beschikt over een geschillencommissie, die de binnengekomen klachten in behandeling neemt.
In een recent behandelde zaak heeft de Geschillencommissie Kifid een vordering afgewezen van een consument die stelde dat ABN AMRO ten onrechte meermaals weigerde zijn hypothecaire geldlening te verhogen. De bank weigerde de lening te verhogen op basis van een inkomenstoets, waaruit bleek dat het inkomen van de consument en van diens broer, waarmee hij de hypotheek deelde, ontoereikend was om voor verhoging in aanmerking te komen. In zijn verweer wees de consument op het hypotheek-adviesrapport dat in 2013 was opgesteld door de bank, waarin de bank schreef dat de consument en zijn broer maximaal een bedrag van €482.323 konden lenen. De broers hadden in totaal €359.400 geleend en gingen er daarom vanuit dat zij eenvoudig hun geldlening konden verhogen tot het maximale bedrag.
Toen dat niet zo bleek te zijn, was de consument genoodzaakt geld van een andere financier te lenen tegen een hogere rente dan die van de hypotheek. Ook maakten de broers onkosten doordat zij een accountant moesten inschakelen. Door middel van een vordering probeerde de consument de te veel betaalde rente (voor een periode van 30 jaar) en de onkosten, bij elkaar goed voor een bedrag van €81.893, te verhalen op ABN AMRO.
Uitspraak
De Geschillencommissie Kifid heeft de consument in deze zaak niet in het gelijk gesteld. Volgens de commissie hebben banken een zekere mate van beleids- en contractsvrijheid. Dit houdt onder meer in dat het hen vrijstaat te bepalen met wie en onder welke voorwaarden zij een overeenkomst van geldlening aangaan. Feit blijft dat het volgens de inkomenstoets niet mogelijk was om het bedrag van de lening te verhogen. Bovendien stelt het opgeven van een maximaal te lenen bedrag de bank niet verplicht om dit bedrag ook daadwerkelijk te verstrekken. ABN AMRO bleek een fout te hebben gemaakt in de berekening van dat maximale hypotheekbedrag, wat de latere weigering tot verhoging van de bank verklaart.