Gemiddeld legden Nederlanders in het eerste kwartaal €51.321 eigen geld in bij de aankoop van een woning. Dat blijkt uit onderzoek dat Knab heeft laten uitvoeren. Het is bovendien een stijging van 16% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar.
Wie momenteel een huis wil kopen ontkomt normaal gesproken niet aan eigen geld inleggen. Knab liet onderzoek uitvoeren onder 1.525 klanten die een hypotheek bij de bank hebben afgesloten en daaruit komt naar voren dat Nederlanders steeds meer eigen geld inleggen bij de aankoop van een (nieuwe) woning. In het eerste kwartaal van 2018 bedroeg de gemiddelde inleg van eigen geld €51.321, waar dat een jaar eerder nog €44.247 was.
Er zijn meerdere redenen die de stijging en de hoogte van het bedrag verklaren. Daarbij is er een aanmerkelijk verschil tussen het eigen geld dat starters inleggen en het bedrag dat doorstromers inleggen. Starters leggen gemiddeld €27.821 in, waar dat voor doorstromers op €74.222 ligt. Daar zit dus bijna een halve ton tussen.
Stijgende huizenprijzen
Het spreekt voor zich dat de alsmaar stijgende huizenprijzen een hoofdrol spelen in deze ontwikkeling. De huizenprijzen stijgen momenteel harder dan de lonen en daaraan gekoppeld de maximale leenbedragen van consumenten. Het verschil moet ergens vandaan komen, in principe uit eigen zak. Met name voor starters vormt dat momenteel een probleem. Ze werken nog niet zo lang en hebben nog niet zo lang kunnen sparen. Het salaris dat ze verdienen wordt bovendien veelal opgeslokt door hoge huurlasten. De toename van flexwerken helpt evenmin mee. Waar doorstromers profiteren van eveneens toegenomen overwaarde, hebben starters dat profijt niet. Dat maakt dat starters momenteel tussen wal en schip vallen.
Bijleenregeling
Een andere oorzaak is de bijleenregeling. Erik Slijkoord, hypotheekadviseur bij Knab, vertelt: “Verkoop jij jouw woning om een ander huis te kopen, dan krijg je te maken met de bijleenregeling. Dit betekent dat je de overwaarde hoe dan ook moet gebruiken voor de aankoop van een nieuw huis of een woningverbetering binnen hetzelfde kalenderjaar. Alleen dan heb je over dat deel recht op hypotheekrenteaftrek.” Stijgende huizenprijzen betekenen voor doorstromers automatisch meer eigen inleg bij de nieuwe woning die zij betrekken, hoewel het dus niet per se spaargeld hoeft te zijn.
Aanscherping hypotheekregels
De derde belangrijke factor die bijdraagt is aanscherping van de hypotheekregels. Nederland staat er internationaal om bekend een enorme collectieve hypotheekschuld te hebben, door allerlei stimulerende maatregelen uit het verleden. Inmiddels is de loan-to-value ratio teruggebracht naar 100%. Slechts de aankoopwaarde kan - volledig - worden gefinancierd, maar de kosten koper en zaken als notaris, hypotheekadvies of een nieuwe keuken zijn voor eigen rekening. Spaargeld is dus onvermijdelijk.
De Nederlandsche Bank (DNB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) wijzen regelmatig op de hoge Nederlandse hypotheekschuldenlast, maar de politiek gaat hier slechts mondjesmaat in mee. Waar het langetermijn plaatje leidend zou moeten zijn, kijken politieke partijen meestal niet verder dan de eerstvolgende verkiezingen. Het verlies van stemmen door impopulaire maatregelen is voor veel partijen een reden geen rigoureuze maatregelen voor te stellen.