Volgens de Federal Reserve (Fed) van de Verenigde Staten zijn alle grote Amerikaanse banken geslaagd voor de jaarlijkse stresstest. In het geval van onverwachte economische tegenspoed kunnen zij op eigen kracht overleven, zonder aan te hoeven kloppen bij de overheid. Ze voldoen aan de gestelde kapitaaleisen. Zakenbank Goldman Sachs balanceert volgens de Fed echter wel op het randje.
Overheden wereldwijd waren het zelden in de geschiedenis meer eens dan over het aantrekken van de teugels van de bankensector tijdens en na de financiële crisis. Hoewel er niet altijd overeenstemming was over de exacte invulling ervan, moest in elk geval voorkomen worden dat banken opnieuw bij overheden zouden moeten aankloppen om niet om te vallen. In het kader van die regulering hebben toezichthouders stresstesten ontwikkeld, economische modellen waarin de kapitaalpositie van banken tegen het licht gehouden werd en bestudeerd in welke mate banken financiële tegenslagen konden opvangen.
De test simuleerde forse een forse recessie. In het model stijgt de Amerikaanse werkloosheid van 4% naar 10%. Tegelijk daalt het bnp met 7,5%, zakt de beurs in met twee derde, dalen de huizenprijzen met 30% en neemt de rente op staatsleningen toe. In totaal zou het verlies voor de 35 grootste banken uitkomen op $578 miljard, maar kunnen ze nog steeds hun primaire functies blijven uitoefenen zonder een bailout met belastinggeld.
De zes grootste banken van Amerika - Bank of America, Morgan Stanley, JPMorgan Chase, Goldman Sachs, Wells Fargo en Citigroup - voldoen na de gesimuleerde recessie allemaal aan de minimale CET1 (de hoeveelheid eigen vermogen tegenover het risico dat een bank loopt) ratio van 4,5% die de Fed stelt.
Zoals in bovenstaande figuur is te zien blijven de zes grootste banken allemaal boven de gestelde bodem CET 1 ratio van 4,5%. Echter, in een worst-case scenario zoals gehanteerd werd in de stress test van de Fed komt Goldman Sachs met minder dan een procentpunt erboven wel redelijk in de buurt van die ondergrens.
Op het randje
Op het vlak van de Leverage Ratio (LR, een deling van het eigen vermogen door de totale balans van de bank) komt Goldman Sachs nog iets dichter bij de kritieke grens. Die grens ligt zowel in Amerika als in Europa op 3%. In het rampenmodel komt de zakenbank uit op een nipte 3,1%. Concullega Morgan Stanley doet het met 3,3% nipt beter.
In een poging om investeerders gerust te stellen heeft Goldman Sachs een bericht uitgestuurd waarin het laat optekenen dat de gepubliceerde cijfers “mogelijk niet de werkelijke ‘capital return capacity’ weergeeft, die mogelijk hoger ligt dan de test uitwijst”. De bank heeft aangegeven in overleg te willen met vertegenwoordiger van de Fed over de gebruikte modellen.