Op 14 september gaat een deel van de nieuwe betaalrichtlijn PSD2 live. PSD2 is geïntroduceerd als middel om meer concurrentie op de betaalmarkt te verwezenlijken. Inmiddels hebben 44 partijen een PSD2-vergunning verworven bij DNB. Uit onderzoek van EY VODW blijkt dat ze de eerste tijd waarschijnlijk weinig te doen hebben. Slechts 15% van de Nederlanders heeft momenteel interesse in de mogelijkheden.
PSD2 heeft de potentie om de betaalmarkt en de wereld van persoonlijke financiën stevig op te schudden. Banken zijn verplicht om betaalgegevens te verstrekken aan derden, mits de consument daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. Het uitgangspunt van de wetgever is dat die ‘third parties’ nieuwe toepassingen kunnen ontwerpen die het leven van mensen makkelijker maken.
Op 19 februari van dit jaar werd PSD2 aangenomen door het Nederlandse parlement. Nederland was daarmee één van de laatste landen. Op 14 september gaat een nieuw pakket regels live en daarmee is Nederland wederom één van de laatsten. Die nieuwe regels gaan over het initiëren van betalingen en het opvragen en inzien van rekeninginformatie. Uit het vergunningenregister van toezichthouder De Nederlandsche Bank blijkt dat inmiddels 44 partijen een Nederlandse PSD2-vergunning bezitten, waaronder een opvallend groot aantal Britse bedrijven.
Lange adem
Er wordt door een stevig aantal fintech-partijen geïnvesteerd in PSD2-oplossingen, maar het lijkt of Nederlanders hier nauwelijks op zitten te wachten. Fintechs zullen over de nodige uithouding moeten beschikken om Nederlanders uiteindelijk voor zich te gaan winnen. Dat komt goed naar voren in onderstaande figuur, die is samengesteld door EY VODW.
Zoals vaker met technologische veranderingen zijn het vooral de jongere generaties die meer openstaan voor vernieuwing. Consumenten beneden de 45 jaar zijn sneller geneigd om hun betaaldata beschikbaar te stellen aan ‘third parties’, als ze in ruil daarvoor gebruiksgemak terugkrijgen. Hoe ouder de generatie, hoe minder ze op PSD2 zitten te wachten. Van alle 55-plussers geeft ongeveer de helft aan niet geïnteresseerd te zijn. In potentie zitten ook in die groep echter voldoende mensen die nog 40 of zelfs 50 jaar zullen leven en sowieso met PSD2 te maken gaan krijgen.
Context geven en voordelen benoemen
Hoewel de groep millennials nog relatief geïnteresseerd in wat PSD2 gaat brengen, zijn ze beslist niet erg happig om hun data te delen met ‘third parties’. In het bijzonder hebben ze weinig vertrouwen in tech-bedrijven en startups, juist het type bedrijven dat erg actief is binnen PSD2. Van de millennials staat slechts 1 op de 10 open om data met hen te delen. Bij oudere generaties loopt dit zelfs naar slechts 1 op de 200.
Volgens Astrid Geerlings van EY VODW moeten zowel banken als PSD2-leveranciers de nodige inspanningen leveren om PSD2 goed van de grond te krijgen in ons land. Dat start met het benoemen en uitlichten van de voordelen. “Context en of concrete voordelen van het delen van data lijkt essentieel om de houding van Nederlandse huishoudens te veranderen.”