De Française Christine Lagarde is afgelopen week gestart als nieuwe hoogste baas van de Europese Centrale Bank. Daarmee volgt ze de Italiaan Mario Draghi op, wiens termijn van zeven jaar erop zat. Lagarde is in tegenstelling tot Draghi geen econoom en zal daarom wellicht vaker terugvallen op experts van de ECB. Aan de andere kant lijkt ze wel achter de monetaire verruimingsmaatregelen van Draghi te staan.
De verdeling van de hoogste bestuurlijke posten in Europa is een schimmig proces en allesbehalve democratisch. Vaak komt er ook de nodige machtspolitiek om de hoek kijken, met name tussen Frankrijk en Duitsland. Als Frankrijk een hoge post krijgt, dan wil Duitsland die ook en andersom. Regelmatig wordt er ook gekozen voor personen uit relatief onbeduidende landen om het machtsevenwicht te behouden. Een land als Luxemburg bijvoorbeeld heeft al meerdere malen de voorzitter van de Europese Commissie mogen leveren.
Eerste vrouwelijke ECB-president
Toen duidelijk werd dat Duitsland in de persoon van Ursula von der Leyen de nieuwe Commissievoorzitter mocht leveren, kon het niet uitblijven dat Frankrijk de nieuwe ECB-president zou leveren. En zo geschiedde, de internationaal vermaarde Christine Lagarde werd naar voren geschoven als nieuwe en eerste vrouwelijke president van de ECB. Ze komt echter beslist niet terecht in een gespreid bedje.
Draghi stond erom bekend dat hij belangrijke beslissingen er niet zelden in zijn eentje doorduwde, wat regelmatig tot ergernis leidde bij zijn medebestuurders. De voormalig Goldman Sachs-bestuurder staat vooral bekend om zijn tomeloze pogingen om de Europese inflatie wat aan te wakkeren, onder meer door voor €2.500 miljard aan aan euro-obligaties op te kopen en de rente tot historische laagtes te brengen. Dat speelde landen als Spanje en Italië in de kaart, maar het bezorgt landen als Nederland en Duitsland tot vandaag kopzorgen.
In essentie is de EU nog steeds een economische lappendeken van sterke en zwakke broeders en wat dat betreft verre van een eenheid. Nationale belangen vieren hoogtij, waarbij het vaak noord tegen zuid is. Die tegenstellingen zijn onder Draghi niet afgenomen. Lagarde staat echter bekend om haar diplomatieke kwaliteiten, kwaliteiten die ze nodig zal hebben om alle neuzen enigszins dezelfde kant uit te laten wijzen.
“In haar hele internationale loopbaan is Lagarde altijd een verbinder, een bemiddelaar en een arbiter, en zo denk ik dat ze ook de ECB zal gaan leiden”, laat Nathan Sheets, voormalig Amerikaans onderminister van financiën, optekenen door persbureau Bloomberg. “Ze zal er goed in zijn om gezamenlijke standpunten te ontwikkelen – ook met de Europese politieke leiders – en als je afgaat op haar prestaties uit het verleden, zal ze de ECB weer glans geven.”
Zorgen voor prijsstabiliteit
De verwachting is dat ze het beleid van Draghi in zekere zin zal doorzetten en geen strikt monetair beleid gaat voeren. Waar Lagarde voor moet waken is dat ze op de stoel van beleidsadviseur gaat zitten. De eerste en belangrijkste taak van de ECB is zorgen voor prijsstabiliteit, de inmiddels beroemde inflatiedoelstelling van tegen de 2%. Het is niet aan de ECB of Lagarde om nationale regeringen te zeggen wat ze moeten doen.
Wat dat betreft nam ze het er vorige week nog van, minder dan 48 uur voordat ze ECB-president werd. Ze bekritiseerde de begrotingsoverschotten van Nederland en Duitsland en stelde dat deze landen meer zouden moeten investeren. Nu ze formeel ECB-president is kan ze die uitspraken niet meer doen. Het moge echter duidelijk zijn dat ze meer in de richting van Draghi leunt dan in de richting van bijvoorbeeld Klaas Knot en Jens Weidmann, topmannen van respectievelijk de Nederlandse en de Duitse centrale bank.