Belgische toezichthouder dwarsboomt IT-plannen ING

16 juni 2020 Banken.nl 3 min. leestijd

De Belgische centrale bank heeft zich onlangs uitgesproken tegen ambitieuze plannen van ING die moesten leiden tot een integratie van de IT-omgevingen van ING Nederland en ING België op één gedeeld platform. De Nationale Bank van België vreesde onder meer voor het verdwijnen van een nationaal aanspreekpunt, blijkt uit gezamenlijk onderzoek van het FD en de Belgische zakenkrant De Tijd. Niet alleen de toezichthouder lag dwars, ook bleek men op cultureel vlak elkaar niet altijd te (willen) begrijpen. 

Voor de argeloze Belgische en Nederlandse consument lijkt er van de buitenkant sprake van één en dezelfde bank, met dezelfde oranje leeuw als kenmerkend logo. Achter de schermen blijkt dat echter beslist niet zo te zijn. Neem bijvoorbeeld alleen al het aantal bankkantoren in België, dat met ongeveer 600 drie keer zo hoog als in Nederland, terwijl ING in België ongeveer een derde van het aantal klanten bedient en slechts de helft van het aantal werknemers in dienst heeft, vergeleken met Nederland.

'Orange Bridge'

Ook op IT-gebied is sprake van aanzienlijke verschillen tussen systemen en mogelijkheden. Voor scheidend topman Ralph Hamers was dat enige tijd geleden aanleiding om te streven naar één digitaal bankenplatform, waarop men alle hypotheken, zakelijke dienstverlening en internetbankieren kon beheren.  

Het beoogde nieuwe platform – met als projectnaam ‘Orange Bridge’ – moest meerdere grote voordelen gaan bieden. In de eerste plaats zou het een einde maken aan de lappendeken van legacy-systemen. Dat heeft niet alleen evidente functionele voordelen, maar biedt ook grote financiële kansen. Volgens het FD trok ING zo’n €800 miljoen uit voor het project. Dat is fors, maar afgezet tegen de verwachte jaarlijkse synergievoordelen van €550 miljoen heel goed te rechtvaardigen, startend vanaf 2021.

Dat was in de eerste plaats echter buiten de Nationale Bank van België (NBB) gerekend. Het FD schrijft dat de toezichthouder bang was voor het verplaatsen van belangrijke bevoegdheden naar Amsterdam en zeggenschap over ING België te verliezen. “We wilden een eigen aanspreekpunt houden”, zo citeert de zakenkrant. In het betreffende artikel spreekt men zelfs van een ‘Hollandse couppoging’. De NBB eiste een dubbele topstructuur en aansturing vanuit zowel Brussel als Amsterdam. 

Maar er lijkt meer te hebben gespeeld, meer in het bijzonder culturele onenigheid tussen  Nederlanders en Belgen. En dat gaat al snel van wij en zij volgens de bekende clichés. Zo zouden Nederlandse ING’ers zich beklagen over Belgische ‘leemlagen’ onder de top, die vast willen houden aan traditioneel relatiebankieren en zich verzetten tegen digitalisering, zeker als die wordt opgelegd door ‘Ollanders. Aan de andere zouden Belgische ING’ers ontevreden zijn over de arrogante houding van Hollanders managers, die digitale vernieuwing willen brengen zonder de Belgische markt goed te kennen. 

Stip op de horizon

Voorlopig dus geen synergievoordelen van €550 miljoen per jaar en geen gedeeld digitaal bankenplatform. Dat wil niet zeggen dat het project helemaal de ijskast in gaat. Een woordvoerder geeft tegenover het FD aan dat de samenvoeging later alsnog gebeurt, maar wel met de veelbetekenende toevoeging ‘deels’ en ‘in een andere volgorde’. 

Toch wil men bij ING ook naar de positieve kant van het project tot nu toe kijken. Het FD citeert: “Uiteindelijk hebben we ontzettend veel gedaan: 600 van de 1200 Belgische kantoren gesloten zonder merkbaar verlies aan klantgerichtheid. De concurrentie begint nu pas. Soms moet je een stip op de horizon zetten om ergens te komen: zo ziet de toekomst van bankieren eruit. Dan krijg je mensen makkelijker mee dan door alleen maar te praten over reorganisaties.”