Hoekstra wil retentieperiode van vijf jaar voor beloning in aandelen

03 juli 2020 Banken.nl 3 min. leestijd

Als het aan minister van Financiën Wopke Hoekstra ligt, worden de regels met betrekking tot variabele en vaste beloningen nog iets verder aangescherpt en verankerd in de wet. Aandelen die onderdeel zijn van de vaste beloning van bankiers, verzekeraars en financieel adviseurs mogen straks pas na vijf jaar verkocht worden. Hoekstra wil op deze manier voorkomen dat men de korte termijn laat prevaleren boven de lange termijn. 

“Vertrouwen is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van de financiële sector. Het is primair aan de sector om het vertrouwen te herstellen”, stelde minister Hoekstra eind 2018. Het beloningsbeleid van financiële instellingen speelt een centrale rol in dat vertrouwen. Om de kat niet op het spek te binden heeft Nederland in de jaren sinds de financiële crisis strikte beloningsregels opgesteld, met onder meer een bonusplafond van 20% van het vaste salaris. 

Ongewenste prikkels

De beloningsregels worden nog iets strikter, aldus een nieuw wetsvoorstel van Hoekstra dat naar de Tweede Kamer gaat. Daarin gaat het voornamelijk over aandelen als onderdeel van vaste beloningen. Hiervoor gaat een zogeheten retentieperiode van vijf jaar gelden, wat betekent dat ontvangers deze aandelen tenminste vijf jaar moeten vasthouden. Op deze manier wil de regering voorkomen dat financieel professionals het eigen belang boven dat van de klant of de onderneming stellen. 

Volgens Hoekstra kunnen aandelen aanleiding geven tot ongewenste prikkels. Ze zijn namelijk gekoppeld aan koersstijgingen op de korte termijn, aldus de begeleidende brief van Hoekstra. Wat nieuw is, is dat deze regels ten eerste worden vastgelegd in de wet en ten tweede ook van toepassing raken op niet-beursgenoteerde financiële ondernemingen. Tevens komt er een verplichting om openheid te geven over beloningsvoorstellen en de mogelijkheid voor stakeholders om de onderneming hierop aan te spreken.

De ironie is dat de bankensector deze aanscherping van de regels over zichzelf lijkt te hebben afgeroepen. “Recente voorstellen tot verhoging van vaste beloningen van bestuurders van enkele financiële ondernemingen hebben echter afbreuk gedaan aan het maatschappelijk draagvlak voor en het vertrouwen in banken en daarmee voor de sector als geheel en geven aanleiding om aanvullende wettelijke beloningsmaatregelen in te voeren, waaronder maatregelen ten aanzien van vaste beloningen”, fijntjes verwijzend naar de salarisrel rond de inmiddels vertrokken Ralph Hamers van ING. 

Al jaren wordt vanuit de sector gesteld dat de strikte Nederlandse beloningsregels ervoor zorgt dat talent zal vertrekken uit Nederland of in zijn geheel zal mijden. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft hier meerdere malen vrees over uitgesproken en ijvert voor een gelijk speelveld binnen Europa. 

Toch is er vanuit de sector ook steun voor een gematigd beloningsklimaat. Zo zei Rabobank-coryfee Herman Wijffels vorig jaar nog voorstander te zijn van een streng bonusbeleid. “De vraag is of we die jongens uit de City wel in Amsterdam willen hebben. Dat is een industrie waarin geld maken met geld het centrale doel is. Ik denk niet dat de Nederlandse economie daar veel aan heeft”, aldus Wijffels. “Die jongens in de financiële sector komen echt niet van de honger om. De talenten die we in Nederland hebben, mogen hun werk best doen voor salarissen van enkele tonnen. Daar hoeven ze echt geen miljoenen voor te krijgen”, voegde hij daaraan toe.