Hamers (en twee commissarissen) alsnog berispt vanwege beloningsvoorstel
Voormalig ING-topman Ralph Hamers is door de beroepscommissie van Tuchtrecht Banken alsnog berispt voor het overtreden van de bankierscode. Een jaar geleden oordeelde de tuchtcommissie nog dat de omstreden salarisverhoging onhandig was, maar wel volgens de regels. De Commissie van Beroep denkt daar anders over en berispt Hamers wél. De berisping is “een strenge afkeuring van het gedrag”, maar zal niet leiden tot een (voorwaardelijk) beroepsverbod.
De uitspraak heeft te maken met de omstreden salarisverhoging in 2018 voor Hamers. De Raad van Commissarissen ING kondigde destijds aan het salaris van de topman met 50% te willen verhogen naar zo’n €3 miljoen per jaar. Het besluit stuitte op veel kritiek, omdat de bank toentertijd verwikkeld was in de witwasschikking, die ING uiteindelijk €775 miljoen zou kosten.
Hoewel het salarisplan binnen enkele dagen werd teruggetrokken, was de kous daarmee nog niet af. De tuchtcommissie was namelijk van mening dat de ‘salarisrel’ schadelijk was voor het maatschappelijk vertrouwen in banken.
Ook de Commissie van Beroep van Tuchtrecht Banken oordeelt dat de beloningsconstructie binnen de geldende regels past en dat er geen aanleiding zou zijn om te twijfelen over de integriteit van de betrokkenen. Wel oordeelt de commissie dat de gedragsregels uit de gedragscode zijn overtreden.
“De bestuursvoorzitter en commissarissen hebben onvoldoende zorgvuldig gehandeld, maakten een onvoldoende zorgvuldige belangenafweging en hebben daardoor het vertrouwen van de samenleving in de bank geschaad.”
De commissie neemt het Hamers en co. vooral kwalijk dat het salaris in één keer verhoogd diende te worden (in plaats van in stappen), er onvoldoende werd geluisterd naar interne kritiek op het voorstel, de ongelukkige timing (de witwasschikking) waarin de verhoging doorgevoerd diende te worden en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar het maatschappelijk draagvlak – zelfs het negatieve advies van de minister van Financiën werd genegeerd.
Al met al genoeg redenen om Hamers in hoger beroep wél te berispen. De aanklager had om een beroepsverbod van twee jaar voor de commissarissen en een voorwaardelijk beroepsverbod van een jaar voor Hamers gevraagd, maar de commissie vindt een strenge afkeuring van het gedrag voldoende.
Bij de berisping speelt ook mee dat de drie beklaagden “geen informatie wilden geven over de inhoud van de gesprekken die zij onderling hebben gevoerd”. “De Commissie van Beroep vindt dat zij zich niet toetsbaar hebben opgesteld tegenover de Commissie van Beroep door zich op oneigenlijke gronden op het vertrouwelijke karakter van deze gesprekken te beroepen”, aldus het vonnis.