Alle initiatieven over het bespreekbaar maken van financiële problemen ten spijt, er rust nog steeds een behoorlijk taboe op. De meeste Nederlanders leggen alleen bij hun partner al hun kaarten op tafel. Dat aantal neemt rap af als het gaat om familie of goede vrienden en eveneens als het gaat om specialisten. Geldzorgen blijken volgens onderzoek van RaboResearch nog steeds de nodige gêne te veroorzaken.
Financiële zelfredzaamheid of anderszins financiële educatie is voor veel banken een belangrijk maatschappelijk streven. Zij zien hierin een grote toegevoegde waarde, ondanks de assumptie dat banken juist wel varen bij mensen met schulden. Rabobank heeft een ‘financieel gezond leven’ inmiddels zelfs tot leidende klantfilosofie gemaakt. Idealiter worden financiële problemen daarmee voorkomen, in plaats van genezen. Maar wat als voorkomen een gepasseerd station is? Dan helpt erover praten en hulp zoeken. Toch blijken maar weinig Nederlanders daarvoor te porren.
De gemiddelde Nederlanders heeft – gelukkig maar – veel vertrouwen in de eigen partner. Bij het bestaan van geldzorgen wendt 85% zich tot zijn of haar levensgezel. Toch zijn er nog vijf op de honderd die ook voor hun eigen partner alles geheim houden. Die zullen vermoedelijk ook geen gezamenlijke rekening beheren, anders komt zoiets logischerwijs vrij snel uit.
De partner is voor veel Nederlanders dus hun belangrijkste vertrouwenspersoon, zo blijkt uit de hierboven weergegeven figuur van RaboResearch. Opvallend is dat dat vertrouwen heel snel minder wordt wanneer de eventuele oplossing buitenshuis wordt gezocht. Het aandeel mensen dat niet over geldzorgen durft te praten met zelfs familie of goede vrienden overstijgt het aandeel mensen dat dat wel durft. Niet verrassend zijn het overwegend alleenstaanden die dit wel doen, zij hebben immers geen partners om op terug te vallen.
Wat eveneens opvalt is dat een nog groter deel zich schaamt om zich tot een specialist te wenden, of deze nu betaald of onbetaald opereert. Dat is opvallend in die zin dat de kans op roddelen een heel stuk kleiner is bij professionals dan bij familie of vrienden. Bovendien beschikken zij juist over specifieke kennis die kan helpen bij het oplossen – op het laatste moment voorkomen – van financiële problemen.
Vorig jaar hebben de vier grootste consumentenbanken van Nederland – ING, Rabobank, ABN AMRO en de Volksbank – samen afgesproken om klanten die in financiële problemen dreigen te komen vroegtijdig door te verwijzen naar hulpinstellingen. Dit project is onderdeel van het programma de ‘Nederlandse Schuldhulproute’ (NSR). Om dat initiatief tot een breed succes te maken lijkt het dat er nog wel iets moet veranderen aan de houding van Nederlanders met geldzorgen.