De Nederlandsche Bank ziet informatiebeveiliging en de daarmee samenhangende cyberrisico’s als een van de belangrijkste strategische risico’s bij financiële instellingen. Dat blijkt uit de 2021 editie van DNB’s IB-monitor. De toezichthouder stelt dat ruim 15% van de Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars het afgelopen jaar te maken heeft gehad met aanzienlijke financiële schade door beveiligingsincidenten en datalekken.
Daarnaast kampte ruim 5% van de instellingen in dezelfde periode met een geslaagde cyberaanval. DNB merkt op dat cyberaanvallen in frequentie toenemen en dat eveneens de ontwrichtende impact van deze aanvallen toeneemt. In de IB-monitor 2021 presenteert de toezichthouder zijn bevindingen op het gebied van informatiebeveiliging en cyberrisico’s, gebaseerd op toezichtonderzoeken en -uitvragen binnen de Nederlandse financiële sector.
Drie waarnemingen
Zo concludeert DNB dat de risicomanagementcyclus binnen instellingen gericht op informatiebeveiliging onvoldoende effectief is. Volgens de toezichthouder wordt er niet altijd (of tijdig) geëvalueerd of het risicomanagement-raamwerk voldoende toereikend is om daadwerkelijk fundamentele verbeteringen in de beheersing door te voeren en om het effect ervan op informatiebeveiligingsrisico’s te meten. Daarnaast maakt het informatiebeveiligingsrisico volgens de toezichthouder vaak geen integraal onderdeel uit van het overkoepelende risicomanagement-raamwerk van een organisatie.
“Het beheersen van informatiebeveiliging in de gehele uitbestedingsketen is cruciaal” zo luidt een tweede conclusie uit het rapport. DNB beaamt dat uitbesteding en ketensamenwerking niet meer weg te denken zijn uit de bedrijfsvoering van financiële systemen, maar dat het beheersen van informatiebeveiliging bij uitbesteding specifieke kennis en maatregelen vergt. De toezichthouder waarschuwt echter dat instellingen moeite (kunnen) hebben om deze beheersing van de gehele keten inzichtelijk en adequaat in te richten.
Tot slot concludeert DNB dat de weerbaarheid tegen cyberaanvallen versterkt moet worden. “De combinatie van preventieve, detectieve en correctieve maatregelen én het uitvoeren van cyber resilience testen is voor instellingen van groot belang om weerbaar te zijn tegen cyberaanvallen en de gevolgen hiervan te beperken”, schrijft de toezichthouder. Een deel van de instellingen heeft hiervoor (op onderdelen) geen volwassen beheersmaatregelen ingericht, stelt DNB.
Samenwerken essentieel
DNB ziet verdere samenwerking binnen de sector als essentieel om voldoende weerbaar te zijn. “Dat is ook begrijpelijk, want aanvallers werken steeds geraffineerder en aanvallen worden steeds complexer. Daarnaast vragen wij aandacht voor en zien we ruimte voor verbetering van kennis binnen het bestuur en intern toezicht, om het onderwerp informatiebeveiliging voldoende te borgen.
Recent gerapporteerde kwetsbaarheden met potentieel grote impact onderschrijven volgens de toezichthouder het belang voor een goed fundament op gebied van informatiebeveiliging, in de gehele uitbestedingsketen, alsook de noodzaak tot samenwerking met partijen.
Een sterk fundament
Tot slot stelt DNB dat technologie in alle activiteiten een grote rol speelt in praktisch alle activiteiten van financiële instellingen. Om het hoofd te kunnen bieden aan ontwikkelingen in cyberbedreigingen, is het voor hen dan ook van groot belang dat zij kunnen steunen op een sterk fundament van informatiebeveiliging. “Een fundament dat enerzijds een solide structuur vormt om de beheersing van risico’s te organiseren maar anderzijds ook meebeweegt met actuele ontwikkelingen.”
“Beheermaatregelen hierin zijn niet statisch”, vervolgt DNB zijn uitleg. “Van belang blijft een risicogebaseerde aanpak die ertoe leidt dat beheersmaatregelen worden aangepast aan de trend van toenemende cyberdreigingen. Net als de ESG-factoren is de Technologie (‘T’)-factor een onderwerp die bij instellingen het afgelopen jaar meer centraal stond in het bepalen van (beleids)beslissingen.”
Het volledige onderzoek is hier terug te vinden.