Het conflict tussen Triodos en een deel van zijn certificaathouders gaat een nieuwe fase in. De ruziënde partijen zijn er niet in geslaagd de kou uit de lucht te halen, waardoor het nu aan de Ondernemingskamer is om een oordeel te vellen over de zaak die de beleggers hebben aangespannen tegen de bank.
Voor de oorsprong van het conflict moeten we terug naar de uitbraak van de coronacrisis. Destijds zouden (te) veel beleggers plotseling hun certificaten (een soort aandelen met een beperkt stemrecht) van de hand doen, waardoor de duurzame bank zich genoodzaakt zag om de handel subiet op te schorten. In een reactie beargumenteert de bank dat het wettelijk niet meer dan 3% (€36 miljoen) van haar aandelenkapitaal mag inzetten om verkopen te faciliteren.
Het gevolg van die handelsopschorting is dat beleggers al bijna drie jaar niet meer bij hun geld kunnen en rekening moeten houden met een fors verlies zodra de handel weer opent. Het Financieele Dagblad schrijft dat beleggers in het slechtste scenario bijna de helft van hun vermogen zien verdampen; in het beste geval ‘slechts’ een derde.
Daarop stapten de Stichting Certificaathouders Triodos Bank (SCTB) naar de Ondernemingskamer met het verzoek om een onderzoek te starten naar het beleid van de bank. Men beschuldigde de bank van een gebrek aan transparantie en wanbeleid.
In eerste instantie stuurde de Ondernemingskamer aan op bemiddeling, waarna de SCTB een onderzoek buiten de rechtbank voorstelde. Een dergelijk ‘onderzoek onder eigen regie’ wordt uitgevoerd door onafhankelijke, door de stichting aangestelde experts.
Er komt echter geen proces buiten de rechtbank om, laat de stichting weten, waardoor de zaak ‘teruggegeven’ wordt aan de Ondernemingskamer. Omdat de zaak nog onder de rechter is, kan de stichting geen verdere details vrijgeven waarom de twee partijen er niet samen zijn uitgekomen.
Naar verwachting doet de Ondernemingskamer op uiterlijk 16 maart uitspraak in de zaak tussen Triodos en de SCTB.