Pensioen staat bij de meeste mensen niet hoog op de agenda, maar als er toch keuzes moeten worden gemaakt, dan spelen ratio en emotie daarbij een rol. Onder meer hierover ging het gesprek dat Jeroen Broekema van de Leaders in Finance Podcast had met Rogier Potter van Loon, gedragseconoom bij pensioenuitvoeringsorganisatie TKP en daarnaast WTP-consultant.
Als gedragseconoom weet Potter van Loon als geen ander dat beslissingen, dus ook op financieel vlak, rationeel zouden moeten worden genomen. Desondanks wijken mensen daar soms ook wel af vanwege een gevoel. De passie van Potter van Loon ligt dan ook in het verlengde daarvan, zoals hij het noemt "het helpen van mensen om betere beslissingen te maken".
Veel toegevoegde waarde
Zelf heeft hij een beslissing genomen om na zijn academische tijd, waarin hij promoveerde op gedragseconomie en een tijd assistant professor was, het bedrijfsleven in te gaan, waar hij zes jaar lang voor Aegon werkte. Hij kwam er toen achter dat pensioenen ook interessant zijn en dat er “veel toe te voegen” is. “Dan heb je het toch over miljoenen of zelfs miljarden die je voor deelnemers aan waarde kan toevoegen door te zorgen dat ze een bij hen passend risico lopen”, legt hij uit.
Tegenwoordig is Potter van Loon actief in de pensioensector, waar hij als WTP-consultant druk bezig is met de Wet toekomst pensioenen (Wtp). “Dat kost tegenwoordig ongeveer 110% van mijn tijd”, stelt hij nuchter vast. Over de nieuwe wet is hij positief gestemd, vooral omdat de wet “eerlijker” is.
“Dat is ook allemaal wettelijk vastgelegd naast dat je ook op risicohouding moet letten.” Daarmee bedoelt hij dat er in de wet staat dat je als pensioenfonds eens in de vijf jaar een risicopreferentieonderzoek moet doen. Daarnaast moet je meten wat het risico is dat bij de deelnemers past, hoeveel risico ze bereid zijn te lopen en hoeveel risico ze kunnen nemen.
Onbeschreven blad
De hele pensioentransitie is iets waar de sector zelf al volop mee bezig is, maar voor de deelnemers van pensioenfondsen is de nieuwe wet veelal nog een onbeschreven blad. Mensen moeten daarom goed voorgelicht worden om pensioenbewust te worden.
Het is volgens Potter van Loon een hele uitdaging om de complexiteit van de Wtp uitgelegd te krijgen aan de deelnemers en dat zal ook niet volledig lukken. “In de onlineomgeving waar mensen op zitten moeten deelnemers alles kunnen zien, maar je moet details de zeven (!) verschillende rendementssoorten zeker niet ‘highlighten’. Mensen vinden het fijn dat die pagina er is, ze willen er één keer zijn, maar daarna hoeven ze er nooit meer te komen.”
Ook geeft hij aan dat voor deelnemers van een pensioenfonds een persoonlijke benadering belangrijk kan zijn in verband met vertrouwen, al ziet hij wel wat praktische bezwaren. “Ik denk dat we het vertrouwen moeten herwinnen, en volgens een hoogleraar communicatie moet je dan met iedereen een persoonlijk gesprek hebben. Maar we servicen als TKP vier miljoen deelnemers. Dus dat gaat niet lukken”, klinkt het realistisch.
Gericht op het individu
Potter van Loon ziet de Wtp verder als een goede eerste stap naar een goed werkend nieuw pensioenstelsel in Nederland. Naast de leeftijdsdifferentiatie die al in de nieuwe wet zit, ziet hij op de langere termijn nog meer veranderingen die vooral ook op het individu gericht zijn.
“Als je voor een individu alles goed wil inrichten moet je nog wel verder gaan. Dan kom je al gauw uit bij de flexibele premieregeling, dan kan je per individu een passend risico & rendement aanbieden. Binnen de solidaire premieregeling – waar de meeste pensioenfondsen voor kiezen – is de mogelijkheid om verder te differentiëren er theoretisch wel, maar daar wordt nu nog niet of nauwelijks gebruik van gemaakt. Toch heeft Potter van Loon de hoop dat, wanneer over pakweg tien jaar 'the dust has settled', alles geautomatiseerd is en “we nog meer individuele keuzevrijheid hebben".
Als we praten over keuzevrijheid komt ook het rationele aspect weer naar voren. In die context ziet de gedragseconoom dat het in eerste instantie belangrijk is om “vooral te focussen” op de uitkering die mensen krijgen. “Laten we die primair tonen en mensen laten ‘nudgen’ naar hetgeen wat voor hen het belangrijkste is en waar ze het beste naar kunnen kijken.”
Het is volgens hem vanuit gedragseconomisch perspectief namelijk slecht om dagelijks te checken hoeveel er op je rekening staat. “Als er verliezen zijn komen die twee keer zo hard aan als de winsten”, zegt hij stellig. “Dus hoe vaker je kijkt, hoe ongelukkiger je wordt.”
Hij geeft aan dat mensen natuurlijk vrij zijn om te checken, maar je moet een “zo lang mogelijke horizon” meegeven. “Een maandoverzicht is de kortste basis die we hebben, en zelfs dan wil je niet dat mensen elke maand checken.”
In dat verband heeft Potter van Loon nog een mooi (en wellicht nuttig) advies van Nobelprijswinnaar Richard Thaler: “Stop al je geld in indexfondsen en verruil daarna de komende 25 jaar de financiële sectie voor de sportsectie van de krant.”
Schizofrene situatie
Ten slotte geeft de gedragseconoom nog een stukje inzicht in de onderzoeken die hij doet aan de VU in Amsterdam, met het oog op correctie van risicometing voor biases (vooroordelen) en wat het effect ervan kan zijn op iemands risicometing. Hij stelt onder meer dat je bij metingen niet alleen pure risicohouding meet, maar ook ‘emotionele biases’.
“Maar hoe ga je daar nou precies mee om”, vraagt hij zich af. “De wetgeving gaat over de rationele kant, maar we sturen op die emotionele kant. Een soort van schizofrene situatie, waarbij we zeggen dat we het ene doen, maar eigenlijk doen we het andere.”
Potter van Loon pleit er dan ook voor om die twee kanten apart te meten, zodat ze het goed kunnen inrichten op basis van zowel de rationele als de emotionele score. Of in de woorden van de gedragseconoom: “Het gaat om de beste mix van die twee.”
Uiteraard kwamen er meer aspecten ter sprake in de podcast. Luister hier de volledige aflevering.
De extra afleveringen over de Wet Toekomst Pensioenen van Leaders in Finance worden mede mogelijk gemaakt door Welten Groep.