Steeds meer Nederlandse topbestuurders verwachten dat AI banen zal vervangen. Tegelijkertijd kijken zij met optimisme naar 2025, ondanks uitdagingen zoals stijgende kosten en geopolitieke onzekerheden. Dat blijkt uit de jaarlijkse CEO-survey van ING.
Een directeur van een groot bedrijf zou zomaar een paradoxaal bestaan kunnen leiden. Aan de ene kant liggen er eindeloze kansen in technologische innovatie en duurzaamheid, aan de andere kant stapelen zorgen zich op over stijgende kosten, geopolitieke spanningen en ingrijpende veranderingen in de arbeidsmarkt.
Met 2025 in zicht zien Nederlandse topbestuurders AI als een onvermijdelijke motor van verandering. Innovatie wordt versneld, efficiëntie wordt vergroot, maar tegelijkertijd wordt de menselijke factor in organisaties opnieuw gedefinieerd.
De invloed van AI dringt merkbaar steeds verder door in bestuurskamers. Waar vorig jaar slechts 6% van de topmanagers zeker wist dat AI banen zou vervangen, is dit nu gestegen naar 19%. Daarbij denken de meeste respondenten niet alleen aan administratieve functies, maar juist aan complexe en strategische rollen binnen R&D, klantenservice en IT.
“Hoewel bestuurders zorgen hebben over baanvervanging, zien ze ook de mogelijkheden van AI om processen te optimaliseren en innovatie te versnellen”, legt Mark Milders (directeur Wholesale Banking bij ING Nederland) uit. “Het is niet alleen een uitdaging, maar ook een kans om voorsprong te nemen in een concurrerende markt.”
Deze verschuiving in perspectief is zichtbaar in de prioriteiten die bedrijven stellen. Innovatie in AI is dit jaar het belangrijkste aandachtsgebied voor technologische vooruitgang, terwijl dit vorig jaar nog op de derde plaats stond.
Duurzaamheid onverminderd relevant
Naast technologische innovatie blijft duurzaamheid een onwrikbare prioriteit. Maar liefst 83% van de bestuurders geeft aan in 2024 en 2025 extra te investeren in verduurzaming, vergelijkbaar met vorig jaar. Het ontwikkelen van duurzame producten en diensten wordt gezien als de meest effectieve manier om dit te realiseren.
Toch blijkt uit de survey dat veel bedrijven nog worstelen met de vertaalslag van ambitie naar actie. Zo staat 52% van de bedrijven nog aan het begin van hun klimaattransitieplan, een verplichting onder de nieuwe CSRD-richtlijnen.
Dit vormt niet alleen een uitdaging op het gebied van financiering – klimaatrisico’s maken het voor de helft van de bedrijven moeilijker om kapitaal aan te trekken – maar ook op het vlak van bedrijfsstrategie.
Optimisme te midden van onzekerheid
Ondanks de complexiteit van deze uitdagingen is het optimisme onder topmanagers opvallend groot. Maar liefst 90% van de respondenten kijkt (zeer) positief naar de economische vooruitzichten van hun eigen organisatie in 2025.
Dit optimisme wordt gevoed door vertrouwen in het Nederlandse kabinetsbeleid en in veel gevallen zelfs door de herverkiezing van Donald Trump als president van de Verenigde Staten.
“De herverkiezing van Trump zorgt voor economische stabiliteit en biedt nieuwe kansen voor Nederlandse bedrijven”, verklaart een respondent. Tegelijkertijd noemen sommigen handelsoorlogen, inflatie en hogere rentelasten als potentiële risico’s.