De herbeoordelingen van rentederivaten door banken is onvoldoende. Dat concludeert de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bij zes betrokken banken. Een substantieel deel van de herbeoordelingen zal opnieuw moeten plaatsvinden en dat betekent dat het proces van herbeoordelingen niet per 31 december 2015 kan worden afgesloten. De banken laten via de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) weten verrast te zijn met deze conclusie.
Onjuist en onzorgvuldig
Op grond van een recente analyse van steekproeven door de AFM is de conclusie dat de herbeoordelingen van de banken onjuistheden en onvolledigheden bevatten. Bij de uitvoering van hun eigen werkprogramma’s blijken banken het klantbelang onvoldoende centraal te hebben gesteld. Minister Dijsselbloem spreekt van een onjuist en onzorgvuldig proces. Dijsselbloem vindt dat ook de AFM tekort is geschoten in de eigen toetsing van de herbeoordelingen. De toezichthouder had eerder moeten onderkennen dat er dingen fout gingen.
Een substantieel deel van de herbeoordelingen zal opnieuw moeten plaatsvinden omdat de banken het wettelijk kader onvoldoende hebben toegepast. De AFM laat weten de vertraging in het proces van herbeoordelingen te betreuren. De AFM zal op korte termijn met elke bank afspraken maken over noodzakelijke vervolgactiviteiten.
Reactie NVB
De NVB is verrast door de conclusie van minister Dijsselbloem dat de herbeoordeling van rentederivaten die lopen bij het niet professionele midden- en kleinbedrijf door de banken en het toezicht daarop van de AFM tot nu toe niet goed genoeg zijn geweest.
De NVB betreurt deze conclusie van de minister. In het belang van de betrokken klanten zal de AFM met betrokken banken de ontstane situatie bezien. Banken hebben eerder aangeven dat als blijkt dat de dienstverlening in het verleden tekort is geschoten, de betrokken ondernemer een passende oplossing moet worden aangeboden; dat blijft onverminderd het uitgangspunt, aldus de NVB.