AFM en DNB publiceren stappenplan crowdfunding

06 mei 2013 Banken.nl 3 min. leestijd

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) worden geregeld benaderd door partijen die crowdfunding platforms (willen) exploiteren. Zij vragen zich af of de Wet op het financieel toezicht (Wft) van toepassing is. Is er een vergunning nodig of is er sprake van een ontheffing? De AFM en DNB hebben voor het antwoord op deze vraag een stappenplan ontworpen.

Crowdfunding
Crowdfunding is een andere manier om projecten te financieren door geldgevers en geldnemers bij elkaar te brengen via een (online) platform. Er is dus direct contact tussen investeerder en geldnemer. Via een (online) platform wordt geld aangetrokken van investeerders en wordt uitgeleend aan consumenten en bedrijven.  Er zijn geen financiële intermediairs in beeld.

Veelal gaat het om kleinschalige projecten van ideële of commerciële aard, bijvoorbeeld het verstrekken van microkredieten, de financiering van een bedrijf in oprichting of de uitgave van een boek. Deze alternatieve vorm van financiering kan toegevoegde waarde hebben in het aanbod van financieringsmogelijkheden.

 

 

Stappenplan geeft antwoord op de vraag of een AFM vergunning vereist is
Over het algemeen verschillen de activiteiten van crowdfunding-platforms niet wezenlijk van elkaar. Ze richten zich op het succesvol financieren van een project door investeerders en geldnemers bij elkaar te brengen via een (online) platform. De projecten zijn zeer uiteenlopend en veelal kleinschalig van aard met een ideëel of commercieel doel.

Het gaat bijvoorbeeld om de financiering van een midden- of kleinbedrijf (in oprichting). Het kan ook gaan om consumenten die een lening vragen. Er is in deze gevallen volgens de AFM vaak sprake van bemiddeling, waarop de Wet op het financieel toezicht (Wft) van toepassing is.

Geldverschaffers niet altijd bewust van risico’s crowdfunding
Geldverschaffers, en dan vooral consumenten die geld uitlenen, zijn zich niet altijd bewust van de risico’s die kleven aan crowdfunding. Er bestaat immers kans op wanbetaling, identiteitsfraude, onbetrouwbare informatie over het beloofde rendement en valutarisico’s. Verder kan er sprake zijn van de gebruikelijke risico’s van beleggen, bijvoorbeeld dat de inleg verloren gaat. 

  • Geldverschaffers kunnen eenvoudig via de registers van de AFM en DNB nagaan of een crowdfunding-platform een vergunning of ontheffing heeft. Op dit moment zijn er twee platforms met een vergunning van de AFM. Als er inderdaad een vergunningsvereiste is, dan gelden er wettelijke regels voor de  deskundigheid en betrouwbaarheid, bedrijfsvoering, een klachtenregeling en beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Ook stelt de wet eisen aan de transparantie van informatie en de zorgplicht.
  • Geldverschaffers doen er goed aan om vooraf goed te controleren of ze voldoende informatie hebben, waaruit blijkt dat een crowdfunding-platform of de geldvrager de verwachtingen waar kan maken. 
  • Het is belangrijk om te weten via welke constructie geld wordt geleend of geïnvesteerd. 
  • Informatie over eventuele garanties dat geldschieters (een deel van) hun geld terugkrijgen of rendement ontvangen, is essentieel.
  • Ga na of, en zo ja hoe, geregeld is dat het ingelegde geld daadwerkelijk aankomt bij het project waarop ze intekenen. 
  • Controleer bij het crowdfunding-platform of de BKR-registratie van geldvragers wordt nagegaan. Als dat niet gebeurt, is het onduidelijk of er bij de geldvrager sprake is van overkreditering. Het risico op wanbetaling is dan groter.