Volgens het Financieel Stabiliteitscomité zijn de risico’s van FinTech voor de financiële stabiliteit in Nederland momenteel beperkt. Mocht de FinTech-sector sterk groeien dan zullen de risico’s toenemen, maar de voordelen van financiële technologische innovatie dragen op middellange termijn juist bij aan de stabiliteit van het Nederlandse financiële systeem.
Het Financieel Stabiliteitscomité ontfermt zich over de stabiliteit van het Nederlandse financiële systeem. Het comité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het ministerie van Financiën onder leiding van de president van DNB, heeft de taak om risico’s te signaleren en bespreekt periodiek belangrijke ontwikkelingen voor de Nederlandse financiële sector. Het Centraal Planbureau (CPB) neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen.
In een recente bijeenkomst van het comité bespraken zij samen met FinTech Special Envoy Willem Vermeend de kansen en risico’s van technologische innovatie in de financiële sector. De opkomst van FinTech-bedrijven, veelal jonge technologische bedrijven die financiële diensten aanbieden via internet of andere digitale kanalen, heeft mogelijk gevolgen voor de financiële stabiliteit in Nederland, en was om die reden onderwerp van gesprek.
De uitkomst van de bijeenkomst luidt dat FinTech door zijn geringe omvang slechts beperkte impact heeft op de financiële stabiliteit. De risico’s nemen echter toe zodra FinTech een vlucht neemt, onder meer op het gebied van traditionele verdienmodellen die onder druk komen, nieuwe marktconcentraties, en gedragsrisico’s zoals rond intransparante verdienmodellen en onvoldoende bescherming van persoonsgegevens.
Ondanks de potentiële risico’s voor de financiële stabiliteit, zijn de kansen van technologische ontwikkeling aanzienlijk. Het comité ziet onder meer voordelen op het gebied van betere dienstverlening, lagere kosten, meer transparantie over kwaliteit en prijzen, en een hogere efficiëntie. “Nieuwe producten en/of toetreders vergroten daarbij de diversiteit, concurrentie en dynamiek in de financiële sector. Dit kan bijdragen aan een stabieler financieel systeem op middellange termijn”, vult het comité aan.
Wel staan er een aantal zaken in de weg voor technologische ontwikkeling in de financiële sector. “Voor het wegnemen van knelpunten voor de groei van fintech is een open houding van en goede samenwerking tussen regelgever en toezichthouders van belang. In dit licht onderzoeken AFM en DNB de mogelijkheden voor gedifferentieerde vergunningverlening om technologische innovatie te faciliteren. AFM en DNB publiceren hierover op korte termijn een gezamenlijk discussiedocument”, kondigt het comité aan. Ook zal het CPB binnenkort een analyse uitbrengen van de verwachte economische effecten van financiële technologische innovatie.
Brexit en homogeniteit
Naast FinTech, sprak het Financieel Stabiliteitscomité de afgelopen bijeenkomst ook over de toegenomen homogeniteit – de gelijkgerichtheid van beleggingsbeslissingen – in de financiële markten van de afgelopen jaren. “Zij kan de efficiënte werking van financiële markten belemmeren en leiden tot scherpe correcties van marktprijzen, hoge volatiliteit (zoals rondom de ‘Bund Tantrum’ in 2015) en een minder efficiënte allocatie van middelen.”
Bovendien sprak het comité over de gevolgen van de mogelijk aanstaande Brexit – het Verenigd Koninkrijk dat uit de Europese Unie stapt. “Indien het VK uit de EU treedt, raakt dit in de eerste plaats de Britse economie, en daarna haar handelspartners, zoals Nederland. Het CPB publiceert binnenkort een kwantitatieve studie naar de effecten voor de Nederlandse economie. De directe verliezen van Nederlandse financiële instellingen op Britse uitzettingen zijn naar verwachting beperkt, evenals de extra operationele kosten die een uittreding opleveren.” Volgens de comitéleden zijn de institutionele onzekerheid en daardoor oplopende marktonrust die volgen na een Brexit de grootste risico’s voor de Nederlandse financiële stabiliteit.