In de internationale bankenwereld begint negen jaar na de start van de financiële crisis een gevoel van zekerheid en comfort te ontstaan. De regelgeving uit Basel 3 is ingevoerd, internationale standaarden zorgen voor een gelijk speelveld en sterke kapitalisatie zorgt voor een sterkere uitleencapaciteit onder banken. Maar niets blijkt minder waar, stelt KPMG op basis van onderzoek.
De bankensector heeft negen zware jaren achter de rug sinds de financiële crisis. Nieuwe internationale wet- en regelgeving werd ingevoerd om de kans op herhaling te verkleinen, die onder meer van banken verlangde dat zij hun kapitaalratio’s zouden verbeteren. Inmiddels zouden de hervormingen voltooid zijn, internationale standaarden ingevoerd en groeit de uitleencapaciteit sterk. Dit zorgt voor een stijgend gevoel van comfort en zekerheid.
“De realiteit is echter anders en er lijkt dan ook sprake van een vals gevoel van zekerheid”, stelt Ferdinand Veenman, partner bij KPMG en segmentleider Banking. Volgens hem zijn de hervormingen op het gebied van regelgeving ‘verre van compleet’. Veenman: “Grote delen van de agenda verkeren nog in de ontwerp- of kallibratiefase. Bovendien worden internationale standaarden niet overal op dezelfde wijze geïmplementeerd. Zo kan er lokaal voor worden gekozen om strengere standaarden te introduceren, waardoor geen sprake is van een level playing field.”
Ook zorgt de sterkere kapitaalpositie van de banken nauwelijks voor een toename van de uitleencapaciteit en geeft deze onvoldoende inzicht in de gezondheid van banken. “Bijvoorbeeld door de omvang van de slechte leningen die nog op de balans staan”, illustreert Veenman. Slecht-presterende leningen worden in dit ratio niet meegenomen. “Bovendien moeten we vaststellen dat de toegang tot de kapitaalmarkt nog altijd beperkt lijkt te blijven tot de echte grote bedrijven en is mede gelet op Brexit een echte Europese kapitaalmarktunie nog vooral toekomstmuziek.”
Daarnaast is er aanvullende regelgeving aanstaande, aldus Veenman. “Banken zullen te maken krijgen met extra kapitaaleisen door bijvoorbeeld de introductie van capital floors of beperkingen als het gaat om het gebruik van internal rating based kapitaalmodellen.” Volgens hem is het essentieel dat banken de komende tijd extra energie gaan steken in het bepalen van hun strategische koers en het opnieuw definiëren van hun businessplannen. “Het moge duidelijk zijn dat de onzekere uitkomst van bepaalde discussies over de Risk Weighted Assets (RWA’s) van banken van grote invloed is op deze businessplannen”, aldus Veenman. “Basel 4 zal van grote invloed zijn op de kapitaalbuffers die de banken moeten aanhouden. Niet alleen de weging voor hypotheekexposure is hierbij van belang, maar ook de mate waarin sovereign risk en corporate risk worden vertaald naar de RWA’s.”
Bij het invullen van deze strategie zullen banken rekening moeten houden met veranderingen in toezicht en regelgeving, maar ook met een groot aantal commerciële uitdagingen. “Om een levensvatbare toekomst te garanderen is het voor de banken van essentieel belang om een gedegen onderscheid te maken tussen winstgevende en verliesgevende activiteiten. Daarnaast moet er voldoende ruimte zijn voor de noodzakelijke investeringen in het vernieuwen of vervangen van verouderde IT-systemen en om te reageren op de toenemende concurrentie van nieuwe banken en branchevreemde ondernemingen”, sluit de KPMG-partner af.