Stresstest is een methode om de weerbaarheid van banken te toetsen bij het zich voordoen van extreme situaties in de markt. Sinds het uitbreken van de kredietcrisis wordt er veel waarde gehecht aan deze testen om ervoor te zorgen dat we ons niet nogmaals laten verrassen, maar de banken proactief voorbereiden op extreem negatieve scenario’s. Stresstesten geven banken inzicht in waar hun zwakke plekken liggen en geven hen dus de mogelijkheid hier wat aan te doen, voordat het te laat is. De laatste jaren wordt met extra belangstelling gekeken naar de stresstesten (die vaak op Europees niveau worden uitgevoerd). De uitkomsten worden breed uitgemeten in de media en bepalen direct het sentiment op de markt. Zijn we door het ergste punt heen of wordt het erger? Zijn onze banken weer stabiel en te vertrouwen?
In maart 2010 besloten de Europese Commissie, de ECB en de centrale banken van de eurozone voor het eerst tot het uitvoeren van een stresstest om het vermogen van het Europese bankwezen nieuwe schokken op te vangen vast te stellen. In juni 2010 werd besloten dat de resultaten daarvan openbaar te maken. De criteria werden aanvankelijk geheim gehouden. Nadat dit tot veel vragen (en commotie op de financiële markten) had geleid werd in juli 2010 toch inzicht gegeven in de gehanteerde methodiek en werden de namen van de betrokken banken (91 stuks) gepubliceerd.
Conclusie: bij het zich voordoen van het gebruikte scenario zouden 7 van de 91 onderzochte banken onvoldoende eigen vermogen. Met het aanvullen van het eigen vermogen van deze banken zou een bedrag van € 3,5 miljard gemoeid zijn. Grootste commentaar op deze test was het feit dat niet alles werd meegenomen in de berekening (voor beleggingsdoeleinden aangehouden staatsleningen werden bijvoorbeeld niet meegenomen).
De vier grote Nederlandse banken, ING, ABN AMRO, Rabobank en SNS Reaal zijn geslaagd voor de laatste Europese stresstest (oktober 2012). Alle vier de banken hebben voldoende kapitaalbuffers.
De Europese Banken Autoriteit onderwierp 71 Europese banken aan de test. De Europese banken hebben hun kapitaalbuffers in totaal met 200 miljard euro versterkt ten opzichte van de vorige stresstest (december 2011). Toen bleken 37 banken nog onvoldoende buffers te hebben om een nieuwe bankencrisis op te vangen. Volgens de EBA zijn 24 van die banken deze keer wel geslaagd voor de test.
Inzoomend op Spanje is het verhaal minder rooskleurig. Spanje heeft 59,3 miljard euro nodig om de bankensector in het land te herkapitaliseren. Dat blijkt uit de stresstest onder de veertien belangrijkste financiële instellingen van Spanje. Zeven banken zijn niet door de test gekomen, maar de belangrijkste grote banken Santander, BBVA en CaixaBank, kwamen er wel goed door. De onvoldoendes vielen vooral onder de regionale spaarbanken.
De test is uitgevoerd onder toezicht van het IMF, de ECB, de Europese Bankautoriteit en de Europese Commissie, samen met de Bank van Spanje en het Spaanse ministerie van Economische Zaken. De stresstest was een voorwaarde van de eurolanden, die via het euronoodfonds ESN een pakket van honderd miljard euro beschikbaar hebben gesteld voor de Spaanse bankensteun. Dat is dus nu ruim voldoende.
De Spaanse banken kampen met de gevolgen van de ineengestorte vastgoedsector in het land. De banken hebben voor miljarden euro’s aan leningen op de balans staan die waarschijnlijk niet meer worden terugbetaald. De Spaanse regering heeft om die reden al eerder besloten een bad bank op te richten om de giftige leningen in onder te brengen. Analisten van RBS schreven in een begeleidende notitie dat het echte kapitaaltekort dan ook 134 miljard euro is omdat die slechte leningen zullen blijven oplopen door de slechte economie.