AT Kearney: Europese retail banken onder niveau 2007

17 juli 2013 Banken.nl

Zoals afgelopen vrijdag al op Banken.nl gepresenteerd heeft adviesbureau AT Kearney onderzoek gedaan naar de Europese retail banking sector. Vandaag gaan we dieper in op de onderliggende performance indicatoren waar het onderzoek van AT Kearney zich op richt en de ontwikkeling hiervan over de laatste 5 jaar.

Kijkend naar de resultaten van de Europese retail banken op deze performance indicatoren zien we het beeld van een sector die qua performance nog steeds ver onder het niveau van 2007 opereert. De zes performance indicatoren geven onder andere een goed beeld van de vaardigheid van de banken om hun klantenpotentieel te benutten, evenwicht in bronnen van inkomsten aan te brengen, hun kostenmanagement op orde te brengen, productiviteit van hun mensen te verbeteren en de kwaliteit van hun kredietportefeuille te versterken. Hoewel er hier en daar sprake is van verbetering zakt de sector ook in 2012 weer, op 4 van de 6 indicatoren, onder het niveau van het jaar daarvoor (2011) en daarmee verder weg van het niveau van 2007 (jaar voor de crisis).

AT Kearney - The evolution of retail banking industry EU

De inkomsten per klant daalden in 2012 naar €635. Dit was een minder scherpe daling dan in 2009. Alleen de Scandinavische landen en de Benelux onttrokken zich aan deze daling, vanwege het hogere prijsniveau en de sterkere economie. In Frankrijk en Spanje vond de meest omvangrijke daling van meer dan 5% plaats.

De inkomsten per werknemer bleken het niveau van €195.300 van 2007 te overtreffen. In 2012 waren de inkomsten €196.500 per werknemer. Dit laat zien dat de retail banken niet meer alleen eenzijdig snijden in de kosten, maar ook aandacht hebben voor de goed presterende medewerker.

Het aandeel inkomsten uit rente nam toe van 63% in 2007 tot 69% in 2012. In de Benelux en het Verenigd Koninkrijk steeg het aandeel inkomsten uit rente naar meer dan 75%. De lage rente tarieven en de trage werking van de vraag naar leningen versluieren de groeimogelijkheden en zorgen dat de rente inkomsten werden afgevlakt. De afname van de provisie inkomsten echter hadden meer invloed op het aandeel inkomsten uit rente.

De kosten-inkomstenratio schommelt de afgelopen vijf jaar tussen een smalle bandbreedte van 58 en 59 percent. In 2012 bevindt de kosten-inkomstenratio zich aan de hogere kant van de schaal. Afhankelijk van de regionale markt blijken er verschillen in de effecten van de kosten-inkomstenratio. In de Scandinavische landen hebben hogere inkomsten effect. In Portugal ziet men ondanks kostenreductie door de banken geen toename van hun efficiency. Dit verklaart men uit de scherpe daling van de inkomens. Het blijkt dat zonder diepgaande hervormingen er geen verbetering van efficiency kan plaatsvinden.

De risicoprovisie in verhouding tot inkomsten blijkt stabiel en neemt zelfs af. Het blijkt echter dat zwakke leningen zich weer opdringen tot meer dan 16% van de totale inkomsten. Dit komt vooral door nieuwe provisievoorzieningen voor banken in Italië en Spanje. Ook in sommige Oost Europese landen nemen de provisie niveaus toe, in Hongarije en Roemenië zelfs meer dan 30%. Het provisieniveau in West Europa is bij het buiten beschouwing laten van de Mediterrane landen, scherp gedaald tot 9%. In Oost Europa is de afname eveneens behoorlijk gedaald naar 18%. Het is echter te vroeg om te juichen. Verslechtering van de economie kan zomaar tot nieuwe problemen leiden.

De winst per klant nam af met meer dan 30% vergeleken met 2007 en met 16% vergeleken met 2011. Dit laat duidelijk zien dat de crisis nog niet voorbij is. Bedreiging van de winstgevendheid blijft op de loer liggen als de economische situatie verslechtert.

Aanstaande vrijdag gaan we, op Banken.nl, in op de vraag: Waar moeten banken op inzetten voor een solide verbetering van hun performance?