FED terughoudend bij omvallen Lehman Brothers

De centrale bank en toezichthouders in de VS hebben ten tijde van het omvallen van zakenbank Lehman Brothers in 2008 bewust niet ingegrepen. De Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (FED) zag zich niet genoodzaakt om bijvoorbeeld de rentes te verlagen om zodoende de omvallende bank te kunnen redden. Dit blijkt uit documentatie van meerdere FED-zittingen in 2008, die eind vorige week openbaar werd gemaakt. Na het omvallen van Lehman Brothers volgde de meest heftige wereldwijde financiële crisis sinds 1929.

Lehman Brothers

2008 was het jaar dat de Amerikaane zakenbank Lehman Brothers failliet ging. Bovendien stonden de twee grote hypotheekbanken Freddie Mac en Fannie Mae op het randje van faillissement wegens wanbetalingen van hun klanten. Deze gebeurtenissen zorgden voor een wereldwijd domino-effect met als gevolg dat banken en financiële instellingen honderden miljarden dollars verloren. Het failissement van Lehman Brothers wordt door velen gezien als hét beginpunt van de wereldwijde economische malaise.

FED greep bewust niet in

Uit vergaderstukken van 2008 blijkt nu dat de centrale bank van de VS, de FED, bewust niet heeft ingegrepen ten tijde van het omvallen van zakenbank Lehman Brothers. Volgens James Bullard, president van de centrale bank van St. Louis, wilde de FED een duidelijk signaal afgeven aan banken dat deze niet zomaar bij de FED hoefden aan te kloppen voor hulp in het geval van economische tegenspoed.

Zo was de FED destijds bijvoorbeeld niet bereid om financiering aan Lehman’s schuldeisers te verstrekken en besloot ook niet tot renteverlaging. De FED was namelijk te positief gestemd over de economische situatie van de VS. Tegenover de positieve kijk van de FED, die een economische groei zag van 3%, stond een werkloosheidscijfer in de VS van ruim 6% – In 2010 zou het werkloosheidspercentage zelfs uitlopen naar boven de 10%.

Terwijl kort na de perikelen rondom Lehman Brothers overal ter wereld banken en financiële instanties in de problemen raakten, bleef de FED een afwachtende houding innemen. De toenmalige voorzitter van de FED, Ben Bernanke, stelde op dat moment dat er onvoldoende informatie beschikbaar was.