Nationaal Leenonderzoek: Meer leningaanvragen, maar lager leenbedrag
Flevolanders lenen het meest. Dat is één van de uitkomsten uit het Nationaal Leenonderzoek dat intermediair in consumptief krediet Geldshop heeft laten uitvoeren. Het bedrijf bracht het leengedrag van Nederlanders in kaart door tienduizenden aanvragen uit 2016 en 2017 naast elkaar te leggen.
Nederlanders staan bekend als een spaarzaam volk, maar geld lenen – buiten een hypotheek – wordt ook zeker niet geschuwd. Helemaal niet in tijden waarin de rentes laag staan, zoals nu al enkele jaren het geval is. Ten opzichte van een jaar eerder steeg het aantal leningaanvragen in 2017 met 27,4%. Opmerkelijk genoeg ging dat niet gepaard met een hoger leenbedrag. Het gemiddelde leenbedrag daalde namelijk van €18.337 in 2016 €14.817 in 2017. Een afname van 19,2%.
Onderstaande figuur geeft goed weer hoe het Nederlandse leengedrag zich verhoudt per provincie. In Flevoland blijkt het meest geleend te worden. Zowel in het aantal leningen als de waarde van de leningen.
Nederlanders blijken het vaakst geld te lenen voor het oversluiten van bestaande leningen of kredieten. Wel daalt het aantal percentagegewijs sterk, ten opzichte van 2016. Op de tweede plaats volgt de auto. Hierbij is het interessant om te bepalen wat nu eigenlijk verstaan wordt onder lenen. Private-lease raakt bijvoorbeeld steeds meer ingeburgerd en bij veel aanbieders gaat dit gepaard met een bkr-registratie, wat er in essentie voor zorgt dat de constructie wordt aangemerkt als een vorm van lenen. Het rapport specificeert echter niet nader of mensen direct geld lenen voor de koop van een auto of dat dit via een private-lease constructie gaat. De derde plaats is net als in 2016 weggelegd voor aan- of verbouwingen bij of van het huis. De volgorde van de meest populaire leendoeleinden is de afgelopen twee jaar onveranderd gebleven.
Er blijken grote verschillen te zitten in het leengedrag afgezet tegen de leeftijd en de gezinssituatie. Onderstaande figuur geeft dit goed weer. Alleenstaanden zonder kinderen blijken het meest te lenen. Aan de andere blijken alleenstaanden met kinderen - toch vaak huishoudens die het niet heel breed hebben - het minst te lenen.
Wat betreft leeftijd, is het leengedrag tamelijk gelijk verdeeld. Wel treedt een verschuiving op. Waren Nederlanders uit het bereik van 51-64 jaar in 2016 nog koploper in het aantal aangevraagde leningen, zij zijn inmiddels ingehaald door de categorie 31-40 jaar. De enige echte uitzondering vormen de gepensioneerden. Zij lenen met afstand het minst.