Regering overweegt nieuwe maatregelen voor beloningen bij banken

04 april 2018 Banken.nl 2 min. leestijd
Meer nieuws over

Het Nederlandse kabinet overweegt nieuwe regels voor het inperken van te overdadige beloningen bij banken. Minister Wopke Hoekstra (CDA) van Financiën schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat een pakket aan maatregelen het vertrouwen in de bankensector moet herstellen.

De plotseling opgeleefde aandacht voor beloningen binnen de bankensector lijkt voort te komen uit de situatie die vorige maand ontstond rond de persoon van Ralph Hamers, topman van ING. De voorgestelde salarisverhoging ging dan wel niet door, maar de bankensector - en dan met name het beloningsbeleid - lag opeens weer onder het vergrootglas. Vanuit de Tweede Kamer klinkt een luide roep om de teugels strakker aan te halen. Het kabinet wil niet zo ver gaan als sommige oppositiepartijen graag zien, maar heeft wel diverse plannen in de koker.

Minister Hoekstra pleit voor nieuwe beloningsregels

Op dit moment is het al mogelijk om bonussen terug te vorderen als een bank ineens in de problemen komt en mogelijk staatssteun nodig heeft. Minister Hoekstra wil onderzoeken of hetzelfde mogelijk is bij (een deel van) het vaste salaris. Naast bonus en salaris zijn de pijlen ook gericht op aandelenpakketten. Het kabinet wil dat bestuurders die hun beloningen in aandelen krijgen, die een aantal jaar niet mogen verzilveren. Dit om te voorkomen dat onnodige risico’s worden genomen op de korte termijn. Een ander voorstel is dat financiële bedrijven wettelijk worden verplicht hun maatschappelijke functie voortaan mee te laten wegen bij het beloningsbeleid. Zij moeten daarom ‘openbaar rekenschap’ geven over het beloningsbeleid.

Vertrouwen cruciaal

Hoekstra benadrukt in de brief aan de Tweede Kamer dat vertrouwen in de bankensector cruciaal is. “De sector heeft weliswaar serieuze stappen gezet, onder meer met de introductie van de bankierseed of -belofte en het tuchtrecht, maar het is evident dat er nog veel moet gebeuren.” Hoekstra geeft aan dat er voor het vormgeven van eventuele wetsvoorstellen overleg zal plaatsvinden met relevante partijen. Daarbij valt te denken aan aandeelhouders, vakbonden, deskundigen en commissarissen.