Vijf mogelijke opvolgers van Londen als financieel centrum na brexit
De brexit komt nader en nog steeds zijn er veel onduidelijkheden over de status van het Verenigd Koninkrijk na de uittrede. Wie actief wil zijn op de gemeenschappelijke Europese markt is er verplicht een vestiging te hebben. Dat maakt dat de positie van Londen als financiële hoofdstad wankelt. Banken.nl onderzocht reële alternatieven en stelde een lijst van vijf mogelijke opvolgers van Londen op, elk met hun eigen voors en tegens.
Het was een nipte overwinning, maar het was er wel één. Het Verenigd Koninkrijk (VK) stemde in 2016 meerderheid voor een vertrek uit de EU. De term ‘brexit’ was al geboren voordat de volksraadpleging had plaats gevonden. Londen is nu nog zonder twijfel de financiële hoofdstad van Europa, maar die positie staat onder druk. In Londen gevestigde financiële dienstverleners dreigen de toegang tot de Europese markt te verliezen, in het geval van een harde brexit of een no-deal brexit. Dat scheelt al gauw zo’n 500 miljoen consumenten.
Veel steden zouden die rol van financieel centrum maar wat graag overnemen, inclusief alle werkgelegenheid, kapitaalstromen en invloed die het met zich meebrengt. De NY Times schreef er al eens over en benoemt een aantal zaken die een belangrijke rol spelen. Dat zijn onder meer goede kennis van het Engels als lingua franca, gunstige arbeidswetgeving, goede fysieke en digitale infrastructuur, aanwezigheid van hoogwaardige kantoren én privé woningen, goed onderwijs voor de kinderen, goede horeca en veel cultuur. In alfabetische volgorde leidt dat tot het volgende lijstje van steden.
Amsterdam
Onze eigen hoofdstad. Amsterdam was rond de 17e en 18e eeuw al eerder financiële hoofdstad van de wereld en kan dat weer worden. De kennis van het Engels is hoog, gelijk aan het algemene Nederlandse onderwijs. Nederland scoorde in 2017 een eerste plaats in de English Proficiency Index, gericht op mensen die Engels niet als moedertaal hebben. Dat maakt het werven van (internationaal) personeel relatief eenvoudig en daarnaast vereenvoudigt het de integratie van internationale werknemers.
Op het gebied van infrastructuur scoort Amsterdam hoog. Nederland beschikt over solide netwerken en de internet-dichtheid is hoog. Vanuit een meer fysiek oogpunt is Amsterdam goed te bereiken via luchthaven Schiphol. De Europese hoofdstad Brussel ligt bovendien per trein op circa twee uur afstand, als die tenminste rijdt. Verder kent Amsterdam kent relatief bescheiden prijzen voor zowel kantoren als huisvesting voor medewerkers, zeker in vergelijking met The City. De monumentale binnenstad met veel cultuur en veel horeca-voorzieningen weet veel mensen te bekoren.
Wat sterk in het nadeel van Amsterdam spreekt is de Nederlandse regelgeving op het gebied van bonussen. Waar Europees is vastgelegd dat bonussen niet meer dan 100% van het totaalbedrag mogen bedragen, is Nederland aanzienlijk strenger met een maximum van 20%. Bankiers twijfelen naar verluidt of ze überhaupt welkom zijn in Nederland.
Dublin
Ierland is een andere logische optie. Vanzelfsprekend zijn de Ieren Engelstalig, hoewel misschien met een accent. Ierland kent goed onderwijs en heeft bovendien een uitstekend vestigingsklimaat. Het is niet voor niets dat reuzen als Google, Facebook, Microsoft en anderen hun Europese hoofdkwartier in Ierland hebben staan. In Ierland is het relatief eenvoudig zakendoen, in het bijzonder voor grote multinationals.
Wat betreft Dublin zelf, de stad heeft zowel cultureel als horeca-technisch genoeg te bieden. Het is niet voor niets een populaire bestemming voor een citytrip. Volgens de NY Times heeft Dublin veel te bieden van wat Londen biedt, maar dan voor een veel lagere prijs. Dat geldt zeker voor huisvesting.
De nadelen van Dublin? Het is een relatief kleine agglomeratie met in totaal zo’n 1,8 miljoen inwoners. Lokaal talent vinden zal dus niet eenvoudig zijn, hoewel dat natuurlijk opgevangen kan worden door personeel ‘van buiten’. Verder is Dublin lastig te bereiken. Ierland ligt in de periferie van Europa en is eigenlijk alleen te bereiken via de lucht. Het vliegveld van Dublin is bovendien vrij klein en geniet weinig aanzien.
Frankfurt am Main
Het Duitse Frankfurt is op het oog misschien nog wel de meest voor de hand liggende. De stad is al een majeur financieel centrum. Diverse grote Duitse banken, alsmede de Bundesbank en de ECB hebben er hun hoofdkantoor. Even lobbyen om de hoek is dus zo gepiept.
Duitsland is de krachtigste economie van Europa. Zakendoen is relatief eenvoudig en belastingen (inkomsten, btw, wegenbelasting) liggen gemiddeld genomen een stukje lager dan in bijvoorbeeld Nederland. De luchthaven van Frankfurt is bovendien één van de beste van Europa en ook per trein is Frankfurt vanuit verschillende richtingen uitstekend bereikbaar.
De sterke politieke positie van Duitsland kan wel in het nadeel werken van Frankfurt. Wanneer Duitsland ook nog het ongeëvenaarde financiële hart van Europa wordt, bestaat de vrees dat Duitsland te machtig wordt. Waar Frankfurt verder op tekortschiet is de kwaliteit van leven. De stad is cultureel weinig aantrekkelijk vergeleken met andere alternatieven, iets wat ook geldt voor de gastronomie.
Parijs
Parijs heeft op cultureel vlak een bijna niet te evenaren imago. De stad staat bol van de bezienswaardigheden en ‘haute cuisine’ is niet voor niets een Franse term. Parijs heeft al een aansprekend en groot financieel district, de wijk La Défense. Veel grote Britse banken zouden daar moeiteloos tussen passen. De regio rond Parijs (Île de France) biedt met 12 miljoen mensen genoeg potentieel om de verkassing van diverse grote banken aan te kunnen.
Daarmee zijn de belangrijkste voordelen van Parijs benoemd. Parijs ligt weliswaar vrij centraal, maar de belangrijkste luchthavens rondom vallen geen van alle in de prijzen op het gebied van kwaliteit. Parijs is bovendien extreem duur, zowel qua werkruimte als huisvesting voor personeel.
Andere negatieve factoren zijn de onwil van Fransen om goed Engels te spreken, daar staan ze internationaal om bekend. De arbeidersrechtenbewegingen zijn uitstekend georganiseerd in Frankrijk, bijna nergens is de syndicalisatiegraad (aantal mensen dat lid is van een vakbond) zo hoog. Voor werkgevers is dat niet aantrekkelijk. En evenals in Nederland deinst men ook in Frankrijk niet snel terug voor het instellen van extra belastingen voor of maatregelen tegen topverdieners. Buitenlandse bankiers zullen zich niet snel écht welkom voelen in de Franse hoofdstad.
Wenen
De laatste in het rijtje is het wellicht ietwat verrassende Wenen. Evenals in Nederland spreken de Oostenrijkers een aardig mondje Engels buiten de deur. Een belangrijke voorwaarde. Wenen eindigt bovendien steevast bovenaan lijstjes van meest leefbare steden ter wereld. Recent werd de stad zelfs nog tot meest leefbare stad van de wereld bestempeld door zowel Mercer als The Economist. De luchthaven van Wenen - belangrijk voor de bereikbaarheid - geniet een uitstekende status qua omvang en punctualiteit.
Wenen heeft niet meer de culturele status die het ooit had. Desalniettemin is de grandeur en rijkdom uit de Habsburgse keizertijd nog prominent aanwezig in het Weense straatbeeld. Wat in het nadeel van Wenen spreekt volgens de NY Times is dat het op financieel gebied een beetje een onbekende is. Naar verluidt staat Wenen momenteel bij weinig banken bovenaan als mogelijke nieuwe uitvalsbasis, maar de stad kan allerminst uitgevlakt worden.
Onzekerheid
Het is natuurlijk allerminst zeker dat Londen zijn huidige status gaat verliezen. De stad heeft voorlopig nog een sterke propositie en veel zal afhangen van de definitieve uitkomst van de brexit-onderhanderlingen. Mocht er een exodus plaats vinden van financiële bedrijven is het evenmin zeker of die allemaal elkaar gaan volgen en opnieuw gaan samenklitten zoals in The City. Een bancaire diaspora is beslist niet uitgesloten. Time will tell.