Food Forward: programma Rabobank voor verminderen ecologische voetafdruk voedsel
Rabobank start in alle Nederlandse regio’s programma’s waarbij het inzicht wil bieden in uitdagingen voor de lokale voedselketen. Omdat het onderzoek per regio plaatsvindt kunnen - en zullen waarschijnlijk - er ook verschillende uitkomsten gaan volgen. De programma’s zijn gevang onder de noemer ‘Food Forward’, waarmee de bank wil voorsorteren op een toekomst met voldoende en ecologisch verantwoord voedsel.
Hebben we over vijftig jaar nog wel genoeg voedsel? Het is een vraag die velen momenteel bezighoudt. Het is trouwens ook een vraag die door de geschiedenis heen al meerdere keren gesteld is door demografen en economen, waarvan Thomas R. Malthus waarschijnlijk de bekendste is. Waarschuwingen voor te veel monden en te weinig eten zijn tot op heden nooit echt werkelijkheid geworden, regionale uitzonderingen daargelaten. Mondiaal gezien is er genoeg te eten, alleen is het ongelijk verdeeld. Technologische ontwikkelingen hebben er tot nu altijd voor gezorgd dat de voedselproductie gelijke tred hield met de toename van de bevolking of zelfs voor liep. Tot 2050 komen er naar verwachting zo’n 2,5 à 3,5 miljard mensen bij. Is dat ook nog bij te houden voor de technologie enerzijds en de aarde anderzijds?
Begin in Friesland
Zoals eerder al aangestipt is Food Forward een nationaal project, dat op regionaal niveau wordt uitgevoerd. Immers, de ene regio is de andere niet qua bodemsamenstelling, natuurlijke drainage en beschikbaarheid van landbouwgrond. De eerste Food Forward vindt op 17 april plaats in het Friese Irnsum (Jirnsum). Daarna volgen de Rabobankregio's Midden-Oost Nederland en Noord-Holland Noord. Een volledige planning wordt later bekendgemaakt, maar de bedoeling is om Food Forward in 2020 in elke regio actief te hebben.
“Vanuit de positie die we hebben, kunnen en willen we niet achterover leunen,” stelt Carin van Huët, directeur Food & Agri Nederland bij Rabobank. “Voor een individu zou dat misschien een optie zijn, maar voor Rabobank niet. Los van het morele besef, er is ook het pragmatisch langetermijnperspectief: in de toekomst willen we alle individuen in de samenleving bedienen met voedselzekerheid. Een simpele optelsom: financiering in deze sector is een ontwikkelmarkt.”
Volgens Rabobank schiet het huidige voedselsysteem tekort om iedereen in de toekomst van een natje en een droogje te voorzien. De bank stelt dat in de hele keten stappen nodig zijn om tot een meer verantwoorde voeding te komen met minder ecologische impact. Daarom start Rabobank Food Forward, waarmee het op regionale schaal de uitdagingen voor voedselproductie in kaart wil brengen. Rabobank zorgt er met coaching en begeleiding voor om ideeën werkbaar te maken. Tijdens bijeenkomsten wil de coöperatieve bank ondernemers en beslissers prikkelen om naar een toekomstbestendig en innovatiever voedselsysteem te werken.
“Een tweede revolutie is nu nodig, en daarin heeft Rabobank wederom een rol.”
Tweede groene revolutie?
Rabobank stelt dat er een tweede groene revolutie nodig is om in voedsel te kunnen blijven voorzien. De eerste zou kort na de Tweede Wereldoorlog geweest moeten zijn, als onderdeel van de algemene heropbouw van Nederland. “Een tweede revolutie is nu nodig, en daarin heeft Rabobank wederom een rol. Daarbij rijden we niet zelf op de tractor, maar is de bank als leidende financier in de internationale food & agrisector wel de partner van de boer”, stelt de bank.
Historisch gezien is de claim van een tweede groene revolutie overigens discutabel. Eind 19e eeuw deed de tractor al zijn intrede, in de vroege Middeleeuwen zagen boeren al het nut in van de overstap naar een drieslagstelsel voor de landbouw en nog veel eerder had men al de ploeg uitgevonden. Stuk voor stuk revolutionaire uitvindingen, maar vooruit, een tweede groene revolutie in de moderne tijd dan.
Messen geslepen
De Rabobank die zich inzet voor een meer duurzame voedselvoorziening, met oog voor mens en milieu. Het laat zich raden wat een deel van de reacties gaat zijn, namelijk dat Rabobank al vele jaren financier van de bio-industrie is geweest en nog steeds is. Organisaties als Greenpeace en Wakker Dier hebben hun messen ongetwijfeld al geslepen klaar liggen. In een langdurige transitieperiode van het ene productiemodel naar het andere zal er hoe dan ook bepaalde tijd plaats zijn voor het ‘oude’, voordat het uiteindelijk wordt weggeëvolueerd.