Centrale Bank Libië schort werkzaamheden op na ontvoering medewerker
De Central Bank of Libya heeft alle werkzaamheden opgeschort na de ontvoering van een van zijn medewerkers. De instelling claimt de staking pas op te heffen, wanneer de werknemer wordt vrijgelaten.
Dertien jaar na de val van Moammar Kaddafi is het nog altijd onrustig in Libië. Het Noord-Afrikaanse land is verdeeld geraakt tussen twee rivaliserende regeringen: één in het oosten en één (door de Verenigde Naties erkende) regering in het westen. De centrale bank is de enige internationale erkende bewaarplaats voor Libische olie-inkomsten – een essentieel economisch inkomen voor het land.
Volgens een verklaring van de bank werd IT-directeur Musab Msallem zondagochtend door een onbekende groep bij zijn huis ontvoerd. Ook andere medewerkers zouden met ontvoeringen zijn bedreigd.
De bank “verwerpt de maffia-achtige praktijken die door sommige partijen buiten de wet om worden toegepast”. Tot de medewerker is vrijgelaten en de praktijken een halt wordt toegeroepen door de betrokken autoriteiten schorst de centrale bank zijn activiteiten op.
De ontvoering volgt een week nadat het hoofdgebouw in Tripoli werd omsingeld door een deels gewapende groep mannen. Volgens lokale media eisten ze het ontslag van de gouverneur van de bank, Seddik al Kabir, die sinds 2012 de leiding van het orgaan in handen heeft.
