Ruim 100.000 gezinnen hebben hulp nodig om kinderen te laten sporten
Meer dan 100.000 huishoudens met kinderen in Nederland hebben behoefte aan financiële hulp om hun kind te laten deelnemen aan sport, kunst of cultuur. 43% van deze groep ontvangt momenteel geen ondersteuning. Dit blijkt uit onderzoek van ABN AMRO en het Jeugdfonds Sport & Cultuur.
Een van de meest zorgwekkende conclusies is dat kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen twee keer zo weinig sporten als kinderen uit een gezin met een hoger inkomen. Dit signaleert een groeiende kloof in de ontwikkelingskansen van kinderen.
De kloof groeit
De beperkte toegang tot sport en cultuur heeft directe gevolgen die verder gaan dan alleen het mislopen van een leuke hobby. Experts waarschuwen voor de impact op zowel de sociaaleconomische positie als de persoonlijke ontwikkeling van een kind.
“Wanneer ouders de weg naar ondersteuning minder snel vinden, zullen minder kinderen uit achterstandssituaties deelnemen”, stelt ABN AMRO-sectoreconoom Gerarda Westerhuis. “Op korte termijn hebben zij minder kansen om hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. De kloof tussen kinderen met en zonder financiële achterstand dreigt hierdoor groter te worden.”
Paul Leseman, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, vult aan dat de vorming van een kind niet stopt bij de schoolbel. “Minder sport en cultuur ontneemt kinderen de kans vaardigheden te verwerven zoals ondernemen, samenwerken, volhardend en creatief zijn. Soft skills die in het latere leven minstens zo belangrijk zijn als schoolse vaardigheden.”
Barrières voorbij de portemonnee
Hoewel de kosten een belangrijke drempel vormen, zijn ze niet de enige reden waarom kinderen niet deelnemen. Uit het onderzoek blijkt dat één op de vijf kinderen uit gezinnen met een laag inkomen tegen meerdere barrières aanloopt.
Ouders noemen ook een gebrek aan tijd, de fysieke afstand tot locaties, en soms een beperking of blessure bij het kind als belangrijke obstakels. Deze stapeling van achterstanden wordt vaak van generatie op generatie doorgegeven en staat een gelijke kans op ontwikkeling in de weg.
Dat ziet ook Sjeeny, die de financiële problemen van haar dochter en de gevolgen voor haar kleindochter Sorella met lede ogen aanziet. “Een financiële achterstand kan iedereen overkomen, en een beetje hulp kan al een groot verschil maken”, vertelt ze.
De ‘Week van het Begin’
Om deze barrières te doorbreken en meer kinderen een kans te geven, organiseren ABN AMRO en het Jeugdfonds Sport & Cultuur van 16 tot en met 22 september de ‘Week van het Begin’. In deze week krijgen bijna 4.000 kinderen de kans om op een laagdrempelige manier kennis te maken met sport en cultuur.
“Tijdens de Week van het Begin ontdekken kinderen hoe leuk en waardevol dit kan zijn”, benadrukt Petra Bosman, directeur van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. “Juist daarom is het zo belangrijk dat ouders een plek zoals het Jeugdfonds weten te vinden. Zo kunnen we structureel samenwerken om zo veel mogelijk kinderen de kans te bieden om mee te doen.”
