NHG-grens stijgt naar €470.000
Huizenkopers kunnen vanaf 2026 een hogere hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie krijgen. De kostengrens stijgt naar €470.000. Dit is een van de belangrijkste wijzigingen die NHG doorvoert om de financiering van woningen toegankelijker en flexibeler te maken, met speciale aandacht voor nieuwe woonvormen en ouderen.
De Nationale Hypotheek Garantie (NHG) fungeert als een vangnet voor huiseigenaren. Kopers betalen een eenmalige borgtochtprovisie (0,4%) en krijgen in ruil daarvoor een lagere hypotheekrente. Mocht de eigenaar door omstandigheden de hypotheek niet meer kunnen betalen en het huis met verlies moeten verkopen, dan kan NHG de restschuld kwijtschelden.
Om aan te sluiten bij de veranderende woningmarkt, past NHG per 1 januari 2026 de voorwaarden aan. Dit zijn de vijf belangrijkste wijzigingen.
Kostengrens omhoog naar €470.000
De meest directe aanpassing is de verhoging van de kostengrens. Deze stijgt €450.000 naar €470.000. Dit betekent dat huizen tot deze aankoopprijs gefinancierd kunnen worden met NHG. Voor woningen waar energie besparende voorzieningen worden meegefinancierd, ligt de grens nog hoger, op €498.200.
Eén grens voor alle woonvormen
Er komt een einde aan de aparte NHG-grens voor woonwagens en standplaatsen. Vanaf 2026 geldt één uniforme kostengrens voor alle woningtypen, inclusief tiny houses, drijvende woningen en flexwoningen.
Hiermee wil NHG gelijke toegang tot financiering bieden, ongeacht het type woning. Wel kunnen voor specifieke woningen, zoals watervilla’s, aanvullende eisen gelden, zoals een verzekering tegen zinkschade.
Tijdelijk aflossingsvrij bij verhuizing
Om de financiële druk van dubbele woonlasten te verlichten, wordt een nieuwe regel ingevoerd. Wie verhuist en tijdelijk twee woningen bezit, mag de bestaande NHG-lening van de oude woning tijdelijk aflossingsvrij maken. Dit mag zolang beide woningen fiscaal als ‘eigen woning’ gelden.
Soepeler omgaan met opbouwproducten
De regels voor het vrijgeven van de waarde in een zogeheten opbouwproduct (zoals een spaarhypotheek) worden versoepeld. Geldverstrekkers mogen de opgebouwde waarde nu vrijgeven als dit verantwoord is en in het belang van de consument. Dit kan bijvoorbeeld bij het oversluiten van de hypotheek. De waarde blijft bedoeld voor de aflossing, maar er is meer flexibiliteit.
Ruimere inkomenstoets rond AOW-leeftijd
De mogelijkheden om inkomen mee te nemen rond de AOW-leeftijd worden verruimd. Voorheen telde vanaf de AOW-datum alleen AOW, pensioen of lijfrente mee. Straks mag de geldverstrekker ook beoordelen of een tijdelijk lager inkomen (in het ‘gat’ tussen AOW en de latere pensioendatum) verantwoord kan worden opgevangen. Dit kan bijvoorbeeld met inkomen uit loondienst of een eigen onderneming.
