Geen relatie tussen kosten en performance pensioenfondsen

06 oktober 2015 Banken.nl 2 min. leestijd
Profiel

Bij pensioenfondsen bestaat geen directe relatie tussen hogere kosten en (out)performance bij het beheer van de beleggingsportefeuille. Dat concludeert KAS BANK op basis van haar eerste Kostenbenchmarkrapportage voor pensioenfondsen. De rapportage is samengesteld aan de hand van de DNB Kwartaalrapportages over 2014 van 40 pensioenfondsen met in totaal meer dan 1 miljoen deelnemers.

Benchmark op basis van gelijke grootte, type en gehele universum

De beheerkosten van pensioenfondsen staan volop in de schijnwerpers. Zowel de toezichthouders als de deelnemers willen zo transparant mogelijk over de kosten worden geïnformeerd. Probleem is dat vaak appels met peren worden vergeleken of onvoldoende gegevens beschikbaar zijn.

De KAS BANK Kostenbenchmarkrapportage vergelijkt de kosten van pensioenfondsen van vergelijkbare grootte qua deelnemers en pensioenverplichtingen, en het type pensioenfonds. Daarmee wordt direct duidelijk hoe het individuele pensioenfonds ‘presteert’ ten opzichte van zijn ’peers’. De KAS BANK Kostenbenchmark is samengesteld uit ondernemings-pensioenfondsen, bedrijfstak- en beroepspensioenfondsen.

Geen directe relatie zichtbaar tussen hogere kosten en (out)performance

Vermogensbeheerders rechtvaardigen hun beheerkosten vaak door te wijzen op de (out)performance die zij behalen ten opzichte van de door het pensioenfonds gehanteerde benchmark. Uit de rapportage van KAS BANK blijkt echter geen directe correlatie tussen hogere kosten en (out)performance. Hetzelfde geldt voor de relatie tussen beheerkosten en absolute rendementen.

KAS BANK - Het FTK van A-Z

Uitvoeringskosten per deelnemer bij OPF significant hoger

Een tweede conclusie van het onderzoek is dat de kosten van Ondernemingspensioenfondsen (OPF) per deelnemer significant hoger zijn dan bij Bedrijfstakpensioenfondsen (BPF). Bij de vermogensbeheerkosten is zelfs sprake van een verschil van 11 basispunten. Dat is 3 basispunten meer dan in het onderzoek van De Nederlandsche Bank uit 2015 naar schaaleffecten in de beleggingskosten. Tegelijkertijd bevestigt de rapportage dat bij kleine en middelgrote fondsen de kosten per deelnemer teruglopen naarmate het aantal deelnemers stijgt. De uitvoeringskosten per deelnemer zijn bij OPF’s significant (2,7 maal) hoger dan bij BPF’s. Schaalgrootte blijft daarmee voor OPF’s een belangrijk aandachtspunt. In dat kader is de komst van het Algemeen Pensioenfonds van toegevoegde waarde.