Nieuwe regelgeving en visie nodig voor FinTech innovatie
Als Nederland een leidende positie wil verkrijgen op het gebied van financiële technologische innovatie, is het nodig om een drietal barrières weg te nemen. Dat blijkt uit recent onderzoek van ING Bank, Rabobank, Roland Berger en Holland FinTech. De ontwikkeling van FinTech wordt vooral tegengehouden door verouderde regelgeving, gebrekkige samenwerking tussen verschillende financiële partijen en onvoldoende kennis van FinTech bij toezichthouders.
De komende jaren zal de financiële sector veranderingen ondergaan als gevolg van technologische innovatie. Hoewel deze veranderingen risico’s met zich meebrengen voor spelers in de bancaire sector, levert innovatie ook kansen op voor zowel gevestigde als nieuwe spelers op de markt. Naar verwachting zullen de banken en verzekeraars steeds meer te maken krijgen met de concurrentie van nieuwe innovatieve spelers, ook wel FinTech-bedrijven genoemd, die het de banken lastig zullen maken om hun diensten te blijven aanbieden met redelijke winstmarges. Wereldwijd zijn de investeringen in FinTech de afgelopen jaren verdrievoudigd naar $12 miljard. Banken zullen daarom hun business modellen en strategieën moeten aanpassen om winstgevend te blijven.
Nederland als FinTech-hub
Om de ontwikkeling van FinTech in Nederland in kaart te brengen werd onlangs onderzoek uitgevoerd door consultancybureau Roland Berger, Holland FinTech en grootbanken ING Bank en Rabobank. Holland FinTech is een onafhankelijke organisatie die in 2014 is opgericht, en die zich focust op het versnellen van financiële innovatie door het stimuleren van FinTech spelers in Nederland. Voor het onderzoek, getiteld ‘Barriers to innovation’ werden 18 experts op FinTech-gebied en 15 regelgevingsexperts ondervraagd, naast het afnemen van een enquête onder belangrijke spelers uit het FinTech ecosysteem – innovatiemanagers bij banken, investeerders, en de FinTech-startups zelf. De resultaten van het onderzoek zijn onlangs besproken in een vaste commissie van Financiën uit de Tweede Kamer.
Nederland heeft zowel stimuli als barrières als het aankomt op de ontwikkeling van FinTech. Uit het onderzoek blijkt dat Nederland beschikt over een goede digitale infrastructuur, een financieel aantrekkelijk vestigingsklimaat en betaalbare salarissen en kantoren. Deze drie zaken maken dat Nederland de potentie heeft om uit te groeien tot een belangrijk FinTech hub op het Europese vasteland. “Nederland heeft de mogelijkheid om leidend te zijn in FinTech”, zegt Don Ginsel, directeur van Holland FinTech. Tegelijkertijd zijn er echter ook drie barrières geïdentificeerd voor de ontwikkeling van de FinTech-sector en financiële innovatie in Nederland.
Verouderde regelgeving
De onderzoekers laten zien dat de Nederlandse wet en –regelgeving niet eenduidig is over toepassingen van FinTech, zoals bijvoorbeeld van crowdfunding, blockchain technologie en de omgang met betaalstroominformatie. De regelgeving die nu geldt, is van oorsprong bedoeld voor traditionele financiële spelers en houdt geen rekening met de innovaties die anno 2016 plaatsvinden. Volgens de onderzoekers is er nieuwe regelgeving nodig, mede omdat Nederlandse regelgeving tot de strengste binnen de EU behoort, zodat innovatie niet langer geremd wordt.
Onvoldoende kennis bij toezichthouders
De Nederlandsche Bank en Autoriteit Financiële Markten geven als belangrijkste toezichthouders van de financiële sector vaak gemixte oordelen over FinTech-spelers. De onderzoekers concluderen dat bij de toezichthouders onvoldoende kennis aanwezig is, en dat de aanwezige kennis verspreid is. Mede hierdoor blijft de ontwikkeling van heldere richtlijnen rondom nieuwe technologie achter bij de ontwikkelingen in de praktijk.
Gebrekkige samenwerking
De laatste barrière die de onderzoekers identificeren is het gebrek aan samenwerking tussen FinTech-startups onderling, evenals tussen startups en gevestigde financiële dienstverleners en de overheid. Volgens Ginsel heeft iedereen nu nog te veel een ieder-voor-zich mentaliteit. “Als overheid, toezichthouders en private partijen allemaal hun huiswerk doen, kan FinTech de volgende mainport van Nederland worden: zeg maar de payport.” Mark de Jonge, partner van Roland Berger, stelt het Verenigd Koninkrijk als voorbeeld: “Daar is te zien hoezeer een duidelijke visie op de sector, ontwikkeld door de overheid, toezichthouders en marktpartijen gezamenlijk, kan bijdragen aan succes. Daarnaast zou het helpen als het mogelijk wordt voorlopige vergunningen af te geven. Zo kan een proeftuin ontstaan waarin de toezichthouders en bedrijven samen het onontgonnen terrein van FinTech kunnen ontdekken en waardevolle kennis opdoen.” Volgens Ginsel zal zo’n gezamenlijke visie en proeftuin “in elk geval het werk van de toezichthouders makkelijker” maken.
Onderzoek van De Nederlandsche Bank voegt toe dat Nederlandse banken achter lijken te raken op technologisch gebied. De gevestigde partijen dreigen onder meer door hun gebrekkige samenwerking met startups de aansluiting bij financiële vernieuwingen te missen.