NVB: Zorgplicht bevoegdheden AFM niet verruimen

24 juni 2013 Banken.nl 3 min. leestijd

In navolging op De Raad van State zet ook de Nederlandse Vereniging van Banken vraagtekens bij de nut en noodzaak van een algemeen wettelijke zorgplicht voor financiële instellingen als een aanvulling op de Wet financieel toezicht.

Banken bewust van kennisscheefheid
Financiële instellingen hebben een bijzondere verantwoordelijkheid naar hun klanten omdat consumenten in de regel over minder kennis en informatie beschikken dan de bank. Banken zijn zich zeer bewust van deze ‘kennisscheefheid’, aldus de NVB. Zij hechten daarom groot belang aan een goede invulling van de bijzondere zorgplicht zoals die is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht én is vastgelegd in jurisprudentie en uitspraken van klachteninstanties, stelt de NVB. Banken hebben de verplichting om zorgvuldig te handelen, passend advies te geven, transparant te zijn, begrijpelijke informatie te verschaffen en integere producten te verkopen tegen een faire prijs.

Rechtsonzekerheid verkrampt banken

Nederlandse banken begrijpen, volgens de NVB, de wens om die bijzondere verplichtingen nog eens vast te leggen. Maar in het huidige wetsvoorstel krijgt de AFM erg veel vrijheid in het definiëren van de zorgplicht. Dit leidt tot rechtsonzekerheid bij banken die kunnen verkrampen  in hun dienstverlening aan consumenten en het MKB, vindt de NVB. Daarbij is, volgens de NVB, het definiëren van de zorgplicht niet de taak van de toezichthouder maar van de wetgever.

AFM kan preventief handelen

De NVB is van mening dat de bevoegdheden die de AFM als toezichthouder al heeft, voldoende zijn binnen het bestaande stelsel van de bijzondere zorgplichten. Klanten die vinden dat een bank zich onvoldoende aan haar zorgplicht heeft gehouden kunnen terecht bij de rechter of bij het klachteninstituut Kifid.  Een van de voordelen van de nieuwe rol voor de AFM lijkt te zijn dat zij in gevallen waar het evident mis kan gaan vóóraf kan ingrijpen (vóórdat de klant mogelijke schade ondervindt). Maar de vraag is, volgens de NVB, of de toezichthouder zo de bijzondere omstandigheden van de klant kan meewegen. Daarbij moeten klanten die al schade hebben geleden alsnog naar rechter of Kifid voor een schadevergoeding.

Banken informeren klanten beter dan voorheen

Van klanten mag worden verwacht dat zij zich naar beste kunnen verdiepen in een financieel product zodat zij een afgewogen beslissing kunnen nemen over de eventuele aanschaf daarvan, stelt de NVB. Om klanten hierbij te helpen hebben banken de afgelopen jaren hun productaanbod verkleind en vereenvoudigd. Ook de informatieverstrekking over de producten is verbeterd. Verder steken banken, in samenwerking met het Ministerie van Financiën, veel energie in het platform Wijzer in Geldzaken om de financiële kennis en vaardigheden van de consument te vergroten en op peil te houden.

Wet kan leiden tot minder verantwoordelijkheidsgevoel bij consument

Als blijkt dat de Raad van State gelijk heeft en consumenten door dit wetsvoorstel minder eigen verantwoordelijkheid nemen door zich niet meer te  verdiepen in producten en financiële kennis op te doen, dan is de voorgestelde generieke zorgplicht niet in het belang van de klant. Daarmee wordt het tegendeel bereikt wat met het voorstel wordt beoogd en dat kan, volgens de NVB, niet de bedoeling zijn.